Reisverslag Colombia (2/2)

Als je op mooie plekken bij een Rio wilt komen, moet je bijna altijd via een privéterrein. Deze terreinen zijn altijd afgeschermd met grote hekken en honden, die het terrein bewaken. ‘Zorg dat je met de auto goed in het zicht staat en dan maar een paar keer op de claxon drukken, waarna de eigenaar altijd wel tevoorschijn komt.’ Altijd mochten we met de auto het terrein op. De mensen zijn daar erg vriendelijk, maar ook zeer verbaasd. ‘Dat wij zo’n lange reis maken voor wat kleine visjes, die niet eens te eten zijn.’ Op de kaart hadden we een groot meer gezien met talrijke kleine beekjes, want dit was ons reisdoel de volgende dag. Na een autorit van slechts een klein uurtje kwamen we aan bij het meer van Darien, vlakbij Buga. Maar eerst moesten we in het dorp een familiebezoek afleggen. We werden hartelijk ontvangen door allerlei mensen, die druk met elkaar stonden te praten, waar wij niets van verstonden. Na het bezoek ging er een gids met ons mee op weg naar het meer.

Panaque spec. uit de  Rio Meta

Boven aan de bergrug had men een prachtig uitzicht, maar beneden viel het erg tegen. Door de wind, die over het meer waaide, was het water troebel geworden. We konden nog wel grote scholen vissen zien aan de oppervlakte, maar verder was het slecht. We hebben nog wel even een meting verricht (pH 8,2, microSiemens 80, temperatuur 27 graden Celsius). In het meer zagen we voor het eerst in deze omgeving plantengroei. Het was een soort riet en iets wat veel leek op waterpest. Langs de oever in het ondiepe gedeelte zagen we tevens honderden jonge cichliden zwemmen. Vangen was helaas onmogelijk vanwege de plantengroei. Nadat we in het dorp een heerlijk drankje hadden gedronken namen we afscheid van de bewoners en gingen we op weg naar de Rio Leoncilla.

Ook die stond voor een groot gedeelte droog. In een gedeelte van deze Rio stond in een bocht nog wel wat water. Onze ervaring had geleerd om toch maar even te gaan kijken. Lopend over de stenen bodem viel het op dat langs de oever vele prachtige planten stonden, zoals papyrussen en varens. In een bocht van deze rivier stond nog een flinke plas water. We zijn maar even onder water gaan kijken. Het was gewoon een aquarium met honderden vissen, die tussen de stenen en takken zwommen. Het water was kraakhelder, dus prachtig om er opnames van te maken. Voor de lens kregen we een mooie Aequidens sapayense, die zich uitgebreid op de video liet zetten. Ook hier weer veel levendbarende vissen en diverse zalmsoorten. De waardes waren pH 8,7, microSiemens 260 en de temperatuur was 25 °C. Deze rivier lag in de omgeving van diverse soorten plantages. Er werden tomaten, ananassen en bonen verbouwd. Ook hier zullen de meststoffen wel invloed hebben gehad op het water. Maar niet op de vissen, want die waren prachtig in deze biotoop.

Poecillia spec. uit de Rio Artenal.

In de loop van de dag hebben we nog wat kleine beekjes bezocht, maar dit bracht niets nieuws voor ons op. In onze opvangplaats voor vissen (visbun) werden de vissen ondergebracht, die we mee naar Bogota zouden nemen. De volgende dag stond een autorit van vijf uur op het programma voor een bezoek aan de vindplaats van de Panaque suttonorum. Over de blauwoog harnasmeerval bestaan de wildste verhalen. Het sterkste verhaal is, dat deze soort niet meer voorkomt vanwege een vergiftiging in de Rio Cauca. Duizenden meervallen zijn toen dood stroomafwaarts gedreven. Toch hebben we onze twijfels, want in dit gebied zijn tientallen kleine zijriviertjes, waar deze dieren nog moeten voorkomen. Uit gesprekken met vissers bleek, dat ze nog regelmatig werden gevangen. Alleen, wij hebben ze niet gezien. Wel zagen we, dat de rivier op verschillende plaatsen werd uitgebaggerd. Dit gebeurt met rieten manden en duikers (zonder helm of snorkel), hetgeen ook het troebele water verklaart, dat we aantroffen.

Ludwigia ? in bloei uit  het Rio Metagebied.

Onderweg hadden we een paar prachtige Rio’s gezien, die zeker de moeite waard waren om eens nader te onderzoeken. Als eerste de Rio Quebrada del Tutui. Een prachtig helder en snelstromend water. De gemeten waarden waren pH 7.8, microSiemens 140 en de temperatuur was 27 °C met een bodem van zand, kiezel en rolstenen. Ook hier weer zeer veel vissen. In ons kleine aquarium konden we mooie plaatjes schieten van blanke garnalen, guppen, Chetastoma thomasi, Poecilia sphenops, een Eremopilus-soort, Sturisoma’s en alweer Tilapia’s. De vissen die voor ons interessant waren, hebben we ingepakt en zijn op weg gegaan naar de volgende vangplaats. Vanaf de weg diep in het dal kronkelde de Rio la Vieja. Alleen hadden we een probleem.

Hoe kwamen we beneden? Er was geen openbare weg te zien. Er was wel een weg, maar dat was een privé-weg. We hebben aan de eigenaar uitgelegd wat onze bedoeling was en daarna mochten we gebruik van zijn weg maken. Als ik toen had geweten, wat ons te wachten stond, was ik boven gebleven.De weg was niets anders dan een pad met rolstenen en liep steil naar beneden. Als de auto moest remmen, rolde de auto op de stenen nog een paar meter verder. Dit werd mij en mijn medepassagiers te gevaarlijk en we zijn uitgestapt. Dan maar lopend naar beneden. Helaas stroomde de rivier te hard om er vissen in te vangen. Toch nog iets bijzonders. De hoofdstroom werd gevoed met een zijstroom, maar die stroomde wel de verkeerde kant op. Een bijzonder gezicht om een rivier te zien met twee stroomrichtingen. Onze busje was al vol met zes personen, maar er werd aan de chauffeur gevraagd of er nog drie mensen mee mochten. Het busje moest er zwaar aan trekken om boven te komen; met gevolgen, zoals later bleek. Het klimaat in de omgeving van Praeira is in deze tijd van het jaar zeer aangenaam, ca 30 °C. Alleen als de zon fel schijnt, wordt het ca 40 °C. Dan is het heerlijk om in wat diepere wateren te vertoeven met snorkel en camera.

Tilapia uit de Rio Lobo, voedsel  voor de                           bevolking

De volgende dag moesten we eerst met de auto naar een garage, want in de aandrijfas zat een rammelend geluid. Deze reparatie duurde de hele dag. Zelf ben ik mee geweest om erop toe te zien, dat dit wel goed gebeurde. Als in Holland de garagebedrijven zo zouden werken als in Colombia, dan hadden we hier hele grote problemen. Maar met veel begeleiding was het euvel in een dag verholpen. We hadden nog één dag en die werd besteed aan de Rio Artemal. Langs deze rivier was een rijke begroeiing van allerlei planten, bomen en vooral veel bamboe. Ook in het water lagen de stengels van deze plant. Tijdens het vangen van vooral harnasmeervallen kwamen we tot de ontdekking, dat de holle stengel een ideale schuilplaats is voor deze vissen. Dus was het stengels openbreken en vissen rapen. In een van de stengels troffen we een mannetje van Chaetostoma thomasi aan met een prachtig nest jonge visjes. Ik denk ongeveer 100 stuks. De jonge visjes hadden de dooierzak nog. Het mannetje en de jonge visjes werden heel voorzichtig in ons aquarium gedaan voor de foto- en videosessie.

Binnen één minuut hadden alle jongen zich weer om het mannetje heen verzameld en ging hij verder met de broedzorg. Nadat de foto- en videosessie beëindigd was, hebben we alles voorzichtig teruggezet in de hoop dat er van dit legsel nog wat in leven zou blijven. De waterwaarden, die zijn gemeten, waren: pH 8,1, microSiemens 18.0, temperatuur 25 °C. Hier hebben we voor het eerst grote aantallen Sturisoma’s gevangen (circa 100 stuks), tevens grote aantallen Chaetostoma’s en weer grote aantallen levendbarenden. Vooral Poecilia sphenops, een prachtige, mooie vis met een oranje band aan de staartvin, komt hier veel voor. We kwamen hier veel waterhyacinten tegen. Ook kwamen we een plant tegen, die veel lijkt op hoornblad. In dit gebied vind je vanwege de stenen veel harnasmeervallen. Vooral Sturisoma’s werden in grote aantallen aangetroffen. Alleen de bouw van deze vissen was anders dan we thuis in ons aquarium hebben. Het leek ons, dat het vinnenstelsel korter was. De borst- en rugvinnen waren aanzienlijk kleiner dan bij de bekende soorten. Onder water zagen we nog iets aparts: deze vissen hadden in de stroming bijna witte ogen. Thuis in het aquarium heb ik dit niet meer gezien.

Als je een week in een plaats bent, dan heb je snel contact met de lokale bevolking. De groenteboer naast ons kwam elke avond even buurten en verschillende mensen uit de straat zag je elk avond even om te kijken hoe het met ons was gegaan de afgelopen dag. Als we dan in de boeken aan het zoeken waren naar wat we zoal gevangen hadden, zag je ze denken: helemaal uit Europa voor wat van die kleine visjes. O ja, Holland ligt in de USA, maar als je dan de naam van Johan Cruijff noemt, tja, dan wisten ze wel waar Holland lag. De laatste dag naderde, we moesten erg vroeg op om de vissen te verpakken, die we zouden meenemen. Toen alles was ingepakt, hadden we meer dan 30 zakken vis! Die moesten een autoreis van twaalf uur doorstaan. We hadden een telefoontje gekregen van onze Suttonorum-visser en besloten een andere weg te nemen om toch nog aan deze vissen te komen. Maar bij aankomst wilde hij eerst geld hebben voor ze te gaanhalen. Daar trapten wij niet in en vervolgden onze reis.

Rio Lobo, het stroomgebied  van de Rio Cauca.

Na een lange autorit kwamen we aan in Bogota en begonnen meteen met het uitpakken en het laten wennen van de gevangen vissen. We schrokken van het aantal vissen, dat we hadden meegenomen, maar Bruno was uiteraard zeer tevreden. Alles, wat we niet mee konden nemen naar huis, bleef voor de export achter en dat was heel veel. De volgende dag zijn we naar de stad Bogota geweest en hebben daar de aquariumwinkels bezocht. Dat was lachen. Veel vissen, die werden verkocht, kwamen uit andere delen van de wereld, zoals Afrika, Azië en Australië. Maar ook inlandse vissen kwamen in de bakken voor. Volgens ons kon je ze zelf beter vangen. Dan waren ze gezonder en stukken goedkoper. Wel zagen we prachtige aquariummeubels staan zoals in Europa ook te koop zijn. Aquariumplanten zijn hier bijzaak, meestal waren ze van plastic. Na een dag rust stond een volgend reisdoel op het programma: Honda in het stroomgebied van de Rio Magdalena. Deze plaats ligt op ongeveer 100 km van Bogota. De rit hierheen verliep voorspoedig en ‘s middags zaten we al heerlijk bij het zwembad van het hotel. Tijdens de reis hadden we de Rio Magdalena al gezien. Een smerige rivier, die vreselijk stonk. Dit kwam door de Rio Bogota; deze rivier is nog erger dan een open riool. De plaats Honda ligt in een dal en het is er het hele jaar drukkend warm, de temperatuur is tussen de 30 en 35 °C. Nog een plaag zijn de muggen, gewoonweg verschrikkelijk. Een aardig voorbeeld: trek een geel t-shirt aan en binnen één minuut is het shirt zwart van de muggen. Onze tocht begon bij de Rio Seco. Het water was smerig en sterk verontreinigd. De gemeten waarden waren: pH 8,4, microSiemens 670, temperatuur 31 °C. Ook hier weer weinig water. De bodem bestond uit kiezel, zand en kleine rolstenen. Ze waren rijkelijk met algen begroeid. Veel vissen waren er niet, maar wel wat Sturisoma’s, zalmen en Geophagus steindachneri. Veel viel hier niet te beleven. Op de terugweg stonden we wel even raar te kijken. Midden in de rivier werd een vrachtauto met het weinige water gewassen. Onze eerste nacht in Honda was het zo warm, dat we besloten om maar buiten te gaan slapen in de ligstoelen van het zwembad. Geen goed idee, want in de loop van de nacht kwam iedereen weer naar binnen. De volgende dag zagen we eruit als een landkaart. Overal muggenbeten. We zijn weer op pad gegaan naar de Rio Cuamo met prachtig, helder water.

Vangsten
Onderwateropname van Geophagus steindachneri

Vanaf een brug zagen we het al, dit was hetgeen we zochten. Veel vissen, niet te diep en uitstekend voor video- en foto-opnamen. Grote rotsblokken, maar ook kleine kiezelbanken met zandgedeeltes. Ideaal voor harnasmeervallen! Onder water was het net een cichlidenaquarium. Alles was rijkelijk bealgd met een stoflaag erover. Planten waren niet aanwezig. Op de stenen kon je goed zien, dat er algeneters aan het werk waren geweest. Strepen alg waren eraf en dienden als voedsel voor de verschillende soorten vissen. In de gedeeltes waar het water maar twintig cm diep was, troffen we grote aantallen jonge Geophagus steindachneri en Sturisoma’s aan. De Sturisoma’s (vermoedelijk leightoni) waren in grote aantallen aanwezig. Op één vierkante meter zagen we wel tien tot twaalf stuks. De vrouwtjes waren erg dik en vrijwel toe aan het afzetten van de eitjes. Wonderbaarlijk was, dat deze vissen zich in snelstromend water ophielden. Als een torpedo schoten ze vooruit tegen de stroom in. Ook hier weer de witte ogen. Het leek wel een scherm over het netvlies. De vissen, die we aantroffen waren, zalmen, Aequidens spec., algenzalmen, Cheatostoma’s en wat meervallen, waarvan we de naam niet konden achterhalen. In de rivieren rond Honda kom je toch erg veel meervallen tegen. De waardes, die we hebben gemeten: pH 7,8, microSiemens 130, temperatuur 27 °C.Vanaf een brug zagen we het al, dit was hetgeen we zochten. Veel vissen, niet te diep en uitstekend voor video- en foto-opnamen. Grote rotsblokken, maar ook kleine kiezelbanken met zandgedeeltes. Ideaal voor harnasmeervallen! Onder water was het net een cichlidenaquarium. Alles was rijkelijk bealgd met een stoflaag erover. Planten waren niet aanwezig. Op de stenen kon je goed zien, dat er algeneters aan het werk waren geweest. Strepen alg waren eraf en dienden als voedsel voor de verschillende soorten vissen. In de gedeeltes waar het water maar twintig cm diep was, troffen we grote aantallen jonge Geophagus steindachneri en Sturisoma’s aan. De Sturisoma’s (vermoedelijk leightoni) waren in grote aantallen aanwezig. Op één vierkante meter zagen we wel tien tot twaalf stuks. De vrouwtjes waren erg dik en vrijwel toe aan het afzetten van de eitjes. Wonderbaarlijk was, dat deze vissen zich in snelstromend water ophielden. Als een torpedo schoten ze vooruit tegen de stroom in. Ook hier weer de witte ogen. Het leek wel een scherm over het netvlies. De vissen, die we aantroffen waren, zalmen, Aequidens spec., algenzalmen, Cheatostoma’s en wat meervallen, waarvan we de naam niet konden achterhalen. In de rivieren rond Honda kom je toch erg veel meervallen tegen. De waardes, die we hebben gemeten: pH 7,8, microSiemens 130, temperatuur 27 °C.

Geophagus  steindachneri uit de Rio Bernal.

Onze volgende vangplaats was de Rio Bernal. Ook hier zeer weinig water. Maar de boeren hadden wat dammetjes gebouwd, zodat er wat drinkplaatsen voor het vee ontstonden. En daar zat heel veel vis. Het leek wel een overbevolkt aquarium. Zo met het blote oog te zien waren het overwegend zalmen. We hebben toch het sleepnet door het water gehaald. Apart was wel, dat we een geepachtige vis vingen met prachtige kleuren in de staart. Helaas konden we er geen naam van vinden. Maar de algenzalmen (Parodon suborbiale) waren met enkele grote exemplaren zeer uitzonderlijk. Ook hier weer een bodem van stenen met veel alg. Langs het water prachtige varens.

In de loop van de dagen hebben we verschillende Rio’s bezocht. Vele waren wat vis en stroomgebied betreft hetzelfde. Veel stenen, rots en zandgebieden. Planten kwamen er haast niet voor. Maar twee Rio’s wil ik toch even noemen. De Rio Sucio was een brede rivier met een diepte van tien tot vijftien cm. Zeer snel stromend water met rotsblokken, zandgedeeltes en kiezelbanken. Onze gids maakte ons duidelijk, dat we even moesten wachten. Het grote werpnet werd uit de auto gehaald en in de Rio gegooid. Bij de eerste worp viel onze mond open. Zeker vijftien Chaetostoma’s hingen in de mazen van het werpnet. Prachtige vissen van vijf à zes cm lengte. Twee soorten konden we hier rijkelijk vangen, spec. en thomasi. Thomasi is bruin van kleur, terwijl spec. (punctatis) gestippeld is. In het riviergedeelte met kleine stenen en kiezels was het een overvloed van deze vissen. Tussen al dit moois werden ook nog enkele kleine Peckoltia’s gevangen. Na een uur vangen hadden we emmers vol en moesten snel naar onze opvangplaats (visbun) om ze onder te brengen. Nog even de waterwaarden van dit gebied: pH 7,5, microSiemens 50, temperatuur 26 °C.
De tweede was de Rio Guoqabal. Vanaf een brug was het een hele afdaling om bij de rivier te komen. Ook hier weer snelstromend en laag water, maar 100 meter verderop kwam er nog een rivier uit het bosgedeelte stromen. En die trok onze aandacht. Na samenkomst van de beide wateren viel het ons op, dat de temperatuur van het water anders werd. Bij meting van het ene water was de temperatuur 24 °C. en van de andere 28 °C. Verdere waardes waren pH 8,6 en microSiemens 360. Onze zijrivier bleek niet meer dan een halfdroge rivier te zijn. Maar er waren langs de oever restpoelen met water en zeer veel vissen. We konden niet goed zien om welke vissen het ging. Dus de videocamera onder water gehouden. En ja hoor, ook hier zagen we weer Poecilia caucana in beeld verschijnen. Die waren anders van kleur in de rugvin. Zo’n speciale aanbieding konden we niet laten zwemmen. Dus het net in het water. Prachtige dieren werden gevangen. Goed verpakt hebben we deze dieren meegenomen.

Helaas, aan alles komt een eind. Zo ook onze trip naar Honda en omgeving. De laatste dag zijn we zeker vier uur bezig geweest met het inpak- ken van de gevangen vissen. Alles, wat voor ons of voor Bruno interessant was, hebben we meegenomen. Zeker 30 zakken vis gingen richting Bogota. Op de finca werd alles uitgepakt. ‘s Avonds hebben we alles nog eens goed bekeken, wat we de afgelopen weken hadden gevangen. We stonden verbaasd van het aantal en vooral de soorten. Maar het probleem kwam nu pas. Wat konden we in onze handbagage meenemen naar Holland? Want de ruimte is beperkt. Op de allerlaatste dag van ons verblijf hebben we nog eens goed bekeken, wat we zoal mee naar huis zouden nemen. Bruno verzorgde voor ons de nodige vergunningen en we stonden klaar voor onze reis terug naar Holland. Na een autorit van twee uur en een vliegreis van zestien uur kon ik langzaam mijn meegenomen vissen gaan wennen aan het Hoogezandse leidingwater. De vissen die ik had meegenomen, waren Sturisoma’s, Chaetostoma, Poecilia caucana uit Honda, Poecilia caucana, Poecilia sphenops, Xiphophorus helleri uit Palmira, Corydoras melanotaenia en Corydoras meta uit Villavicencio. Meer kon er helaas niet mee. Uiteindelijk is alles goed overgekomen zonder dat er een vis is omgekomen. Na een aantal maanden had ik van de levendbarenden al grote aantallen jongen zwem- men.

Aan het einde van mijn verhaal wil ik alle mensen in Colombia bedanken voor een prachtige visvakantie. Vooral onze vriend Bruno Keller. Maar de ‘ziekte’, die ik aan het begin van het verhaal had, is alleen maar erger geworden. Er komt zeker een vervolg op ook deze reis.

Categorieën:
Diversen

Tags:
Reisverslag Colombia

Auteurs:
Hans Osendarp

Fotografie:
Hans Osendarp

Een prachtige vlinder

Gerelateerde artikelen

NBAT Sponsoren

0
    0
    Winkelwagen
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop