Leptopelis vermiculatus

Sinds een tijdje ben ik in het bezit van een drietal exemplaren van een boomkikker uit Afrika, te weten Leptopelis vermiculatus. Tijdens onze verenigingskeuring vroeg Huub Custers mij of ik er een artikeltje aan wilde wagen, daar deze soort tamelijk nieuw is binnen onze hobby en ook omdat er nog maar weinig van bekend is. Dankzij de hulp van Peter Mudde en René Zwart ben ik in staat om het volgende te presenteren.

Soortbeschrijving

Duidelijk te zien zijn de wit getekende gewrichtspuntenDuidelijk te zien zijn de wit getekende gewrichtspuntenLeptopelis is een geslacht van meestal boombewonende kikkers behorend tot de familie HYPEROLIIDAE. Die bewoont vrijwel het gehele Afrikaanse continent, maar niet het eiland Madagaskar.
Leptopelis vermiculatus is afkomstig van berggebieden in Tanzania: het Usambara- en het Rungwegebergte, maar is tot heden niet aangetroffen in de gebergten daartussen. Zijn natuurlijke habitat wordt gevormd door vochtige, open bosgebieden met de daarbij aanwezige waterpartijen. Overdag wordt hij vaak gevonden in de vegetatie, slapend boven het water. De afmetingen van deze mooie boomkikker bedragen voor de vrouwelijke exemplaren 7 tot 8 centimeter. De mannen blijven met een lengte van 5 tot 6 centimeter flink wat kleiner. Ze hebben grote voor op de kop geplaatste ogen.

De uitzonderlijk mooie, groenzwarte fijne nettekening op de rug loopt over in een lichtblauw met zwarte streeptekening aan de zijkant van het lichaam. De bovenkant van de poten is weer voorzien van de groenzwarte adering. Opvallend hierbij zijn de heldere, witte vlekken op de gewrichtspunten en aan de uiteinden van de tenen. De buikpartij is wit te noemen. Dit kleurenpatroon past volledig bij alle jonge en opgroeiende dieren. Een aantal exemplaren behoudt deze kleurenpracht ook in het volwassen stadium, maar de meeste exemplaren gaan op den duur toch wel verkleuren en worden dan bruinachtig.

Leptopelis vermiculatus op de rug gezienLeptopelis vermiculatus op de rug gezienOmgevingseisen

De dieren verlangen een niet te warme, vochtige leefomgeving voorzien van stevige planten en ruime schuilmogelijkheden. In mijn terrarium laten de dieren zich ondanks hun natuurlijke, nachtelijke levenswijze goed bewonderen. Gedurende de perioden waarin meer licht wordt gebruikt, houdt Leptopelis vermiculatus zich slapend op de stevige bladeren van bijvoorbeeld Spothiphyllum of op bladeren van de wat grotere bromeliasoorten, zoals Guzmannia en Neoregelia. Tot heden heb ik ze nog niet aan- getroffen in de bladoksels, zoals andere HYPEROLIIDAE, met name rietkikkers, dat wel doen. Deze rusthouding heeft de prettige bijkomstigheid, dat de dieren goed bekeken kunnen worden op de lichamelijke conditie. Het is mij namelijk altijd moeilijk gebleken door de nachtelijke levenswijze van rietkikkers om ze te controleren of er wel voldoende voedselaanbod is gedurende de donkere uurtjes. Leptopelis vermiculatus heeft dat nadeel dus niet.
Reeds vroeg in de avond beginnen de dieren bij mij op zoek te gaan naar wat lekkers. Het zijn nogal hongerige beestjes met het gevolg, dat het aanbieden van voedsel regelmatig en in een voldoende hoeveelheid dient te gebeuren. Voor jonge dieren kunnen dit fruitvliegen zijn, maar ook kleine krekels of krulvliegen. Voor de volwassen dieren geldt dit alles ook, maar dan wel wat forser van formaat. Globaal kan men stellen, dat alles wat in de bek past, naar binnen gaat. Dit fenomeen houdt echter in, dat men wel goed dient uit te kijken bij welke dieren flinke soorten Leptopelis gehouden gaan worden.
Bij mij worden ze samen gehouden met de wat grotere pijlgifkikkers, zoals Dendrobates leucomelas en Phyllobotes aurotaenia. Deze beide soorten leven wat meer in de bodemregio; Leptopelis vermiculatus blijft daar nog ruim boven. Met deze wetenschap moet men concluderen, dat men ze derhalve beter niet kan samen houden met de kleinere en meer klimmende soorten, zoals die uit de Dendrobates ventrimaculatus-groep, want dit is vragen om problemen. Ook door het hongerige karakter van de kikkers dient men er rekening mee te houden, dat er navenant mest geproduceerd wordt, dus een regelmatige schoonmaakbeurt van de leefomgeving is toch wel raadzaam.

Duidelijk zijn hier de grote ogenDuidelijk zijn hier de grote ogen

De kweek

René Zwart is bij mijn weten tot heden de enige in Nederland, die met Leptopelis vermiculatus kweekresultaten geboekt heeft. Hij deed dit op de volgende wijze. Een kweekgroep van een twintigtal dieren werd gehouden in een terrarium met de afmetingen 150 x 70 x 120 cm. Een dergelijk terrarium moet zwaar beplant zijn met stevige planten. Gedurende een periode van ongeveer acht maanden werden de dieren normaal gevoerd en relatief droog gehouden. Wel werd er dagelijks gesproeid, maar meer niet. De temperatuur lag in dit terrarium omstreeks de 25 °C. Na deze acht maanden van droogte werd de relatieve luchtvochtigheid opgevoerd. Door gebruik te maken van een verdamper werd de luchtvochtigheid opgebouwd in een tijd van één uur tot drie uur. Bij een routinecontrole werd er in wat mos een klodder eieren ter grootte van een tennisbal gevonden. Het geheel was niet voorzien van een geleilaag. Dit komt ook overeen met wat Peter Mudde in zijn artikel schreef. Ik citeer: “De vrouwtjes leggen grote, bleke eieren, die voor het grootste deel uit dooier bestaan.” Een amplexus is door René niet waargenomen en is waarschijnlijk ‘s nachts gebeurd.
De eierbal is uit het terrarium genomen en werd in een plasticbox geplaatst, voorzien van één centimeter water. Na een zestal dagen is de eierbal ineengezakt en kwamen er ongeveer 250 palingachtige larven tevoor- schijn. Deze larven zijn alle overgeplaatst in een box met 6 tot 10 centimeter water en ruim voorzien van waterplanten in de vorm van waterpest. Bij een watertemperatuur van 22 graden Celsius en met voedering van een eigen ontwikkeld larvenopfokvoer voltooiden de eerste larven hun metamorfose na 5 tot 6 weken. Het laatste kikkervisje kwam zes weken later aan de kant en heeft er dus ongeveer twaalf weken over gedaan om van larve tot kikker te worden. De dikkopjes vertoonden geen kannibalistische neigingen en kunnen dus goed samen gehouden worden.

Leptopelis is goed houdbaar met grotere DENDROBATIDAELeptopelis is goed houdbaar met grotere DENDROBATIDAESamengevat kunnen we stellen, dat Leptopelis vermiculatus een aanwinst is voor onze hobby en dat deze soort goed houdbaar is in een terrarium. De temperaturen mogen schommelen tussen de 16 en 32 graden Celsius met een relatieve luchtvochtigheid van 55 tot 90%. Als voedsel kunnen we diverse insecten aanbieden, maar soms worden ook kleine gewervelden (andere kleine kikkers) gegeten.

Met dank aan Peter Mudde en René Zwart voor hun adviezen en het “samen beleven” van hun kennis.

Gerelateerde artikelen

NBAT Sponsoren

0
    0
    Winkelwagen
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop