De witborstdoktersvis, houdbaar of niet?

Helaas worden er nogal eens uitspraken gedaan of beweringen gepubliceerd die niet juist zijn. Ik wil zeker niet beweren dat ik de wijsheid in pacht heb, maar ik wil wel graag proberen een antwoord te geven. Zo schreef Tanne Hoff in Het Zeeaquarium van juli/augustus 1998 dat de witborstdoktersvis niet houdbaar zou zijn. Een NBAT-lid liet mij daarentegen weten dat hij deze vis al jaren in zijn bak heeft zwemmen.

Aquariumopname van de witborstdoktersvis Acanthurus leucosteron (foto Hans Nooyen)Aquariumopname van de witborstdoktersvis Acanthurus leucosteron (foto Hans Nooyen)

Toen ik begin jaren zeventig mijn eerste witborstdoktersvissen mocht aanschouwen, in een toen bekende zaak te Diemen, was er weinig bekend omtrent deze dieren. Ook de kennis over het houden van een zeeaquarium in het algemeen was minimaal en de techniek was gewoon abominabel. Er is gelukkig veel veranderd en de techniek heeft zeker een grote bijdrage geleverd aan de vooruitgang van deze hobby. Onze kennis is in de loop der jaren met grote sprongen vooruitgegaan en dieren die vroeger niet houdbaar waren, blijken nu geen problemen meer te geven. Dit geldt ook voor het houden van de witborstdoktersvis.

Ruim tien jaar geleden (1994) heb ik in Het Zeeaquarium een oproep geplaatst om te reageren op mijn vraag: “Waarom zijn de witborst- en de Filippijnendoktersvis zo slecht houdbaar?” Ik heb een aantal reacties ontvangen, die varieerden van “niet houdbaar” tot “deze vissen zwemmen al jaren in mijn bak.”
In de loop der jaren heb ik steeds meer informatie verzameld door o.a. tijdens mijn lezingen bij aquariumverenigingen met de verenigingsleden o.a. over deze dieren van gedachten te wisselen. Het viel mij op dat er een progressieve lijn viel te bespeuren v.w.b. de houdbaarheid van deze vissen. Ik verzorg al ruim tien jaar verschillende zeewateraquaria bij bedrijven, ziekenhuizen en particulieren. Ik doe dit o.a. om ervaring op te doen. Op deze manier kan ik ook experimenteren met bepaalde dieren door ze in verschillende aquaria onder verschillende omstandigheden te verzorgen, te verhuizen naar andere bakken v.v. en waar te nemen. Praktijk is de beste leermeester, nietwaar?
Natuurlijk heb ik ook geëxperimenteerd met de witborstdoktersvis. N.a.v. mijn ervaringen met deze vissen en ervaringen van anderen, die ik heb gehoord (ik geef toe dat dit laatste niet als bewijs mag worden gezien), kom ik tot de conclusie dat heden ten dage deze vissen goed houdbaar zijn, onder bepaalde omstandigheden.

Mijn eerste ervaringen met de witborstdokter waren slecht. Na aanschaf werden de vissen meestal direct geplaagd door stip en na weken tot maanden volgde dan meestal de dood. N.a.v. mijn waarnemingen op riffen, waar ik de witborstdokters voornamelijk op kale gedeelten, zoals afgestorven rifgebieden, zag grazen en zwemmen, kreeg ik het idee om deze vissen te houden in bijna kale bakken. Bakken zonder sterk netelende lagere dieren, maar wel bealgd. Ook de mensen die op mijn toenmalige oproep hadden gereageerd en die deze vis meer dan een jaar hadden zwemmen, verzorgden bijna geen sterk netelende lagere dieren in de bak. Voor alle duidelijkheid, met sterk netelende lagere dieren bedoel ik anemonen, Lemnalia enz. Misschien is de slijmhuid van de witborstdokter wel te gevoelig voor netelcellen in concentraties zoals die bij ons in een lagere-dierenbak kunnen voorkomen. De vissen zijn al gestresst als ze binnenkomen bij de handel, hebben dus minder weerstand en als de slijmhuid toch al weinig weerstand kan opbrengen tegen huidparasieten, zoals o.a. de grove zeestip, dan zijn ze na een transport zeker dubbel gevoelig voor infecties.
In mijn eigen bak met o.a. sterk netelende dieren, zwom al ruim een jaar een witborstdokter zonder problemen. De vis at goed (o.a. veel algen) en had slechts in het begin wat last van stip. Maar het leek wel of de vis er steeds beter tegen bestand werd (verbeterde afweer? immuun aan het worden? goed voedsel?). Helaas, tijdens mijn vakantie is door een ongelukje o.a. deze vis naar de vissenhemel vertrokken.
Zelf heb ik er toen geen meer aangeschaft, maar mijn “klanten”, voor wie ik de bakken verzorg, gaven mij ruimschoots de gelegenheid deze prachtige vissen te proberen en ermee te experimenteren.

Kort samengevat komen mijn probeersels hierop neer:

  1. Ik hield de vis een paar maanden in een bealgde (vissen)bak bijna zonder lagere dieren. Na wat stipaanvallen geen problemen.
  2. De vis heb ik toen overgezet in een bak met lagere dieren (veel sterk netelende dieren). Resultaat: stip en achteruitgang, ondanks het ruime aanbod van hetzelfde voer. Allebei de bakken met een lengte van 250 cm hadden een temperatuur van 27 à 28 graden en waren nitraatvrij. De pH-waarde varieerde van 8,0 tot 8,3.
  3. Na een paar weken heb ik de vis weer teruggezet in de eerste bak. Weg stip!
  4. Nadat de vis was aangesterkt (ongeveer twee maanden) weer terug in de tweede bak. Stip, wel minder, en de conditie liep niet meer zo snel achteruit. Deze vis is na een paar maanden weer teruggeplaatst bij zijn eigenaar in de eerste bak.

Later heb ik een dergelijk experiment herhaald met een andere witborstdokter in soortgelijke bakken en met dezelfde ervaringen. Deze vis heb ik later in een lagere-dierenbak (geen heftige neteldieren) laten zwemmen. De stipaanval kwam wel weer terug, maar was minder heftig en kwam later slechts af en toe eens opzetten. Deze vis is na ruim vier jaar verkocht, omdat hij te groot werd en te veel domineerde. De tweede vis is door een ongeluk overleden, na bijna vijf jaar oud te zijn geworden en in uitstekende conditie verkerend.
Ik heb eens bij een klant van me gezien dat een witborstdoktersvis groene poliepen aanvrat. Maar deze vis werd verkeerd gehouden (zonder groenvoer) en de handeling zou een reactie kunnen zijn op het tekort aan algen of ander groen. Wellicht consumeerde deze vis ter compensatie voor het tekort de symbiontische algjes uit de poliepen.
Een lid van de aquariumvereniging ‘Cerianthus’ te Utrecht heeft mij een witborstdoktersvis, die al jaren in een vissenbak met weinig netelende dieren zwom, verkocht en die zwemt nog steeds zonder problemen in een bak met algen, symbioseanemonen, gorgonen, olifantsoren en diverse zachte koralen. In deze bak had ook vijf jaar een Filippijnendokter gezwommen. De eigenaar kwam helaas op het onzalige idee om zijn lichtkap te schilderen. En dat resulteerde in de sterfte van bijna alle vissen, inclusief de Filippijnendokter. In een bekende aquarium/dierenzaak in Utrecht heeft een witborstdokter ruim drie jaar zonder problemen in een gemengde bak gezwommen. Helaas, door een stroomuitval zijn samen met de witborstdokter veel dieren naar de vissenhemel vertrokken.

Ook bij de Malediven, bekend door hun prachtige riffen, komen kale    rifgedeelten voor. De oorzaak is natuurgeweld (bv. orkanen en    overstromingen) en menselijk ingrijpen (aanleg steigers en bouw van    woningen). Toen ik op de Malediven arriveerde, was er juist een orkaan    voorbijgetrokken. Diverse eilandjes waren overspoeld door vloedgolven. Juist    op die kale gedeelten zien we de doktersvissen grazen.Ook bij de Malediven, bekend door hun prachtige riffen, komen kale rifgedeelten voor. De oorzaak is natuurgeweld (bv. orkanen en overstromingen) en menselijk ingrijpen (aanleg steigers en bouw van woningen). Toen ik op de Malediven arriveerde, was er juist een orkaan voorbijgetrokken. Diverse eilandjes waren overspoeld door vloedgolven. Juist op die kale gedeelten zien we de doktersvissen grazen.Mijn hier beschreven ervaringen zijn zeker geen wetenschappelijke bewijzen. Maar ik heb hier een aantal witborstdoktersvissen en Filippijnendokters genoemd, waarmee ik persoonlijk ervaring had en nog heb, die geen problemen geven of gaven. Er is nooit met chemicaliën gewerkt. Wanneer ik daarnaast de mededelingen plaats van andere liefhebbers die ook geen problemen hebben met deze vissen, dan ben ik zo vrij om de stelling van de schrijver in Het Zeeaquarium (Tanne Hoff), dat de witborstdokter niet houdbaar is, te verwerpen en de vraag als volgt te beantwoorden. Het moet duidelijk zijn dat – zoals bij zoveel dieren het geval is – men deze vissen niet moet houden wanneer men ze niet de juiste leefomstandigheden kan bieden of te weinig verstand van zaken heeft. Mijns inziens zijn de witborst- en de Filippijnendokters vissen die best goed houdbaar zijn voor de gevorderde aquarist, wanneer we rekening houden met een aantal essentiële zaken.

Mijn hier beschreven ervaringen zijn zeker geen wetenschappelijke bewijzen. Maar ik heb hier een aantal witborstdoktersvissen en Filippijnendokters genoemd, waarmee ik persoonlijk ervaring had en nog heb, die geen problemen geven of gaven. Er is nooit met chemicaliën gewerkt. Wanneer ik daarnaast de mededelingen plaats van andere liefhebbers die ook geen problemen hebben met deze vissen, dan ben ik zo vrij om de stelling van de schrijver in Het Zeeaquarium (Tanne Hoff), dat de witborstdokter niet houdbaar is, te verwerpen en de vraag als volgt te beantwoorden. Het moet duidelijk zijn dat – zoals bij zoveel dieren het geval is – men deze vissen niet moet houden wanneer men ze niet de juiste leefomstandigheden kan bieden of te weinig verstand van zaken heeft. Mijns inziens zijn de witborst- en de Filippijnendokters vissen die best goed houdbaar zijn voor de gevorderde aquarist, wanneer we rekening houden met een aantal essentiële zaken.

Mijn conclusie
Deze vissen kunnen onder bepaalde omstandigheden goed gehouden worden. Die omstandigheden zijn naar mijn mening:

  • Een goed bealgde bak, zeker in de beginperiode, niet kleiner dan 200 cm i.v.m. stress. De vissen hebben zwemruimte nodig. Later blijken surrogaatvoedsels prima te voldoen, zoals sla, spinazie en Spirulina. Een quarantainebak zou natuurlijk voor de beginperiode de voorkeur genieten.
  • Niet te lage temperatuur. Mijn beste resultaten zijn behaald op plusminus 27 graden.
  • Niet houden in een bak met veel neteldieren. Netelcellen, in grote concentraties, zoals we deze kunnen tegenkomen in onze lagere-dierenbakken, irriteren m.i. de slijmhuid te veel met als gevolg verhoogde gevoeligheid voor huidparasieten. Zachte koralen (weinig netelende), oren, gorgonen, poliepen, zoals apenhaar en de groene schijfanemoontjes en symbioseanemonen hebben bij mijn probeersels geen problemen gegeven. Sterk netelende lagere dieren, zoals bv. Lemnalia en anemonen als Cerianthus lijken juist wel problemen te geven.
  • In het begin moet de vis de gelegenheid krijgen goed te eten, o.a. algen. Als hij steeds wordt weggejaagd, gaat het natuurlijk fout. Niet te kleine dieren aanschaffen en kijk bij de handelaar of het dier eet en niet te mager is. Levende Mysis of Artemia en sla doen wonderen.
  • De witborstdoktersvis en de Filippijnendokter kunnen het vaak moeilijk met elkander vinden. Ook de combinatie van witborstdokter met gele doktersvis kan problemen geven. Beter lijkt het mij bij deze soort geen andere doktersvissen te houden die dezelfde algen consumeren i.v.m. de voedselconcurrentie.
  • Ook denk ik dat de vissen een zekere afweer tegen o.a. stip kunnen opbouwen wanneer we ze de gelegenheid bieden.

De kale rifgedeelten geven wieren de gelegenheid om te groeien. De algeneters zorgen ervoor dat de desbetreffende gedeelten niet overwoekerd worden en er toch aanhechtingsplaatsen overblijven voor de aanwas van nieuwe koralen en andere lagere dieren, zodat het rif zich weer kan herstellen.De kale rifgedeelten geven wieren de gelegenheid om te groeien. De algeneters zorgen ervoor dat de desbetreffende gedeelten niet overwoekerd worden en er toch aanhechtingsplaatsen overblijven voor de aanwas van nieuwe koralen en andere lagere dieren, zodat het rif zich weer kan herstellen.Naschrift door Frank de Graaf
Jacques van Ommen heeft groot gelijk wanneer hij de witborstdoktersvis Acanthurus leucosternon een goed houdbare vis noemt, mits voldaan is aan bepaalde voorwaarden waaronder deze soort in gevangenschap dient te leven. Om deze uitspraak te ondersteunen refereer ik aan datgene wat ik in 1976 in mijn ‘Encyclopedie van tropische zeeaquariumvissen’ heb geschreven: “Aquariumgegevens: de witborstdoktersvis is dikwijls moeilijk te wennen aan aquariumcondities. Vooral de overschakeling op het voedsel dat doorgaans gegeven wordt, veroorzaakt de meeste moeilijkheden. Acclimatisatie geschiedt nog het snelst wanneer men de vis direct zoveel mogelijk plantaardig voedsel te eten geeft, waaronder algenmeel en tevens kleine, levende kreeftachtigen, vooral aasgarnaaltjes (Mysis). Is het dier eenmaal overgewend, dan is het niet meer moeilijk houdbaar en neemt dan ook met graagte allerlei dierlijk voedsel aan. Hij moet echter niet met snelle eters samengehouden worden, evenmin als met soortgenoten. Tegen deze is de soort in de beperkte ruimte van het huiskameraquarium bijzonder agressief. Zij moeten een grote afstand t.o.v. elkaar kunnen handhaven, willen ze niet voortdurend vechten. Is ook agressief tegen andere soorten doktersvissen, vooral tegen Acanthurus japonicus, A. nigricans en A. achilles, alle nauw verwante soorten. Eist verder een ruim aquarium, daar het een snelle zwemmer is, en veel schuilruimten. Kan in huiskameraquaria erg schrikachtig blijven. Het plotseling aan- of uitschakelen van de verlichting kan speciaal voor deze nerveuze dieren fataal zijn.”

Het is duidelijk dat hetgeen meer dan 20 jaar geleden werd opgeschreven nog steeds zijn volledige geldigheid heeft behouden en overeenkomt met de resultaten van Van Ommen. In het Artis-aquarium werden in de periode van 1955 tot 1987 verschillende exemplaren van de witborstdoktersvis met succes gehouden onder de boven geciteerde omstandigheden en daarmee werden leeftijden bereikt van maximaal 11 jaar. Dergelijke leeftijden zijn mij ook bekend van andere Europese openbare aquaria. Ook vermeldt bv. Chlupaty (1980) een langere leeftijd in gevangenschap dan 11 jaar. Overigens geldt hetgeen hierboven werd gesteld in gelijke mate voor de soorten A. nigricans en A. japonicus. Voor alle doktersvissen geldt dat hun voedsel voor een groot gedeelte moet bestaan uit plantaardig materiaal (algen, algenmeelbrokjes, sla, broccoli en dergelijke).

Gerelateerde artikelen

NBAT Sponsoren

0
    0
    Winkelwagen
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop