Naar aanleiding van vragen van aquarianen heb ik begrepen dat er over de verlichting van onze aquaria nog enige algemene informatieverstrekking noodzakelijk is. Daar wil ik het nu in het kort over hebben. Ik ga er niet te diep op in, want er is voldoende literatuur over.
Zoals ik reeds heb aangegeven, hebben onze planten en vissen licht nodig om de kunnen voortbestaan. Onze bakken staan in ruimtes, waarin het zonlicht onvoldoende is om de biologische aquariumprocessen op gang brengen en te houden. Zelfs als de zon even in de bak schijnt is er niet genoeg licht. Daarom moeten wij onze bakken met lampen verlichten. De lampen kunnen het zonlicht qua lichtintensiteit natuurlijk nooit vervangen, maar we kunnen ons er goed mee behelpen. In het verleden gebeurde het verlichten met gloeilampen, omdat er niets beters was. Gloeilampen hebben het nadeel, dat ze veel energie in warmte omzetten en niet in licht. Ze gaan dus zeer inefficiënt met de energie om. Verder hebben gloeilampen een lichtkegel, zodat een bepaalde plaats sterk en een andere plaats ernaast veel minder belicht wordt. Het voordeel is dat ze warm en aangenaam kijklicht uitstralen.
Tegenwoordig is de tl-buis de aangewezen lichtbron
De tl-buis is een ontladingsbuis, die straling geeft door de ontlading van elektrische energie in een met gas gevulde buis. De verschillende lichtkleuren worden bereikt door aan de binnenkant van de buis op het glas een poeder in een bepaalde kleur aan te brengen. De lichtstralen die daar door heen gaan, nemen de kleur van het poeder aan. Een tl-buis gaat veel efficiënter met de energie om dan een gloeilamp en is veel effectiever. Er zijn tl-buizen van diverse merken en vele lichtkleuren te verkrijgen. Het is ondoenlijk om dat allemaal te bespreken. De moderne tl-buizen gaan boven een aquarium ongeveer een jaar mee. Voor het oog geven ze dan nog wel voldoende licht, maar na die twee jaar is de lichtopbrengst door slijtage zo ver teruggelopen, dat de planten onvoldoende licht krijgen. Door gebruik te maken van zo genaamde elektronische voorschakelapparaten zijn de buizen langer goed. Als je een tl-buis vervangt, monteer dan ook een nieuwe starter. Ook die slijt door het steeds weer opstarten van de lamp. Als je bij een nieuwe tl-buis een versleten starter gebruikt, slijt de lamp veel sneller en gaat hij korter mee. Dat is zonde van het geld. Vervang ook geen twee lampen tegelijk. Dan kunnen de planten en vissen een ‘lichtschok’ krijgen, wat slecht voor ze is. Houd tussen het vervangen van meerdere lampen elk een maand tussenruimte. De fabrikanten van de meest gebruikte tl-buizen, geschikt voor aquaria, zijn Sylvania en Philips. Daar zal ik me in principe toe beperken, hoewel er ook goede lampen van diverse andere merken in de handel zijn. Daarmee kun je, als je dat wilt, zelf experimenteren. Er zijn tegenwoordig speciale aquariumlampen in de handel, die de plantengroei verbeteren. Zij versterken tevens de kleuren van de vissen en de planten. Dat doet de gro-lux ook, maar naar mijn smaak te veel. Ik heb zelf sinds een paar jaar plantenlampen van Dennerle (Trocal-de luxe Special-plant) boven mijn bak hangen en ik heb gemerkt dat de planten door het gebruik van deze lampen beter groeien. Ook lijkt het water helderder, de planten zijn goed op kleur en de lampen geven naar mijn smaak mooi kijklicht. Maar deze speciale aquariumlampen zijn vrij duur. Iedereen moet voor zich zelf bepalen of hij of zij die investering waard vindt. Bovendien is een bewijs voor betere groei door een lamp niet gemakkelijk te leveren, omdat dat ook aan andere gunstiger omstandigheden kan liggen, zoals de plantenvoeding etc.
Lichtkleuren
De lichtkleuren zijn voor de planten niet van groot belang. Maar vermijdt groen en geel licht. Daar groeien de planten niet bij. Wel belangrijk voor de assimilatie zijn blauw en rood licht. Deze kleuren moeten in de juiste verhoudingen in het licht aanwezig zijn. Als beginner moet je je niet al te veel verdiepen in de termen lumen, groei-intensiteit van het licht enz. Als je dat interessant vindt, kun je daar genoeg literatuur over vinden. Bovendien zijn de verschillen tussen de lampkleuren die boven een aquarium worden gebruikt niet zo erg groot. De lampkleuren kunnen ook weer beïnvloed worden door de helderheid van het water en de kleur van de binnenkant van de lichtkap (die helderwit moet zijn) enz. Zoals ik al in het eerste hoofdstuk heb vermeld, moeten we er rekening mee houden dat we bij een goed draaiende bak ± 1,5 watt tllicht per dm2 nodig hebben, afhankelijk van de waterhoogte. Boven bakken van veertig en meer centimeter waterhoogte is 2 watt per dm2 aan te bevelen. De uitkomst van deze berekening ronden we naar boven af op de standaardwattages van de lampen. Dat zijn: 15 watt 45 cm; 18 watt 60 cm; 25 watt 75 cm; 30 watt 90 cm; 36 watt 121 cm; 58 watt 151 cm. We gebruiken bij voorkeur lampen over de volle lengte van de bak. Als de bak langer is dan de standaard lamplengte, komt er aan de zijkanten van de bak te weinig licht. Dat is met extra lampen aan de zijkanten enigszins op te vangen, maar het is altijd het beste om een baklengte te zoeken, waar een tl-buis precies boven past. De lengte van de bak wordt dan: de lengte van de tl-buis zoals hierboven opgegeven + vijf centimeter voor montage van de lampvoetjes. Er zijn geen lampen langer dan anderhalve meter. Dus boven bakken langer dan anderhalve meter monteren we twee of zelfs meer kortere lampen naast elkaar, zodat daarmee de gehele baklengte wordt beschenen.
Lampenmerken
Philips geeft zijn tl-buizen nummers als identificatie voor de lichtkleur. Voor ons aquarium zijn de buizen in de 80- en de 90-serie en de aquarelle van belang. De 90-serie heeft in principe dezelfde kleuren als de 80-serie, maar het lichtrendement van de 90-serie is groter dan die van de 80-serie en geeft daardoor wat meer licht. Het schijnt op dit moment zo te zijn dat de 90- en misschien ook de 80-serie van Philips gaat verdwijnen. Informatie daarover geeft de handelaar. Sylvania voert als identificatie van de lichtkleur namen voor de lichtkleur. Voor ons zijn van belang: daglicht, koelwit, warmwit, Grolux en Aquastar. Er worden nog andere kleuren en merken door aquarianen gebruikt. Maar dat is een kwestie van toeval, smaak of van speciale eisen die de levende have in de bak aan de lichtkleur stelt. Er is duidelijk verschil tussen groeilicht en kijklicht. Zoals ik al zei zijn de lichtkleuren als groeilicht voor de planten niet zozeer van groot belang, enkele uitzonderingen daargelaten. Wel van groot belang is dat het kijklicht dat de bak uitstraalt bij de toeschouwer als aangenaam om naar te kijken overkomt. Het is aan te raden om niet de gehele verlichting boven de bak uit één kleur samen te stellen, omdat een tl-buis nooit een gelijke hoeveelheid van alle stralen afgeeft. Koelwitte lampen stralen bijvoorbeeld meer blauw dan rood licht uit en bij warmwitte lampen is dat net weer andersom. Bij alleen maar daglichtlampen krijgen de planten veel blauwe stralen en weinig rode. Ook zal een bak, die alleen maar met daglichtlampen verlicht wordt, een grijze, doodse sfeer uitstralen. Het warme en aangename in dat licht ontbreekt geheel, zodat het niet fijn is om naar zo’n bak te kijken.
Maar omdat smaken nu eenmaal verschillen, zal een prettige combinatie van lichtkleuren voor iedereen weer anders zijn. De lichtduur zal voor elk aquarium weer anders zijn. Hoe je de brandduur van je verlichting ook instelt, het gaat er in grote lijnen om dat de verlichting ‘s morgens langzaam in een paar uur op volle sterkte gaat branden en ‘s avonds ook langzaam naar het avondlijke sfeerlicht overgaat. Het volle licht dient tussen ongeveer 12.00 uur en 16.00 uur op de bak te staan. Na 20.00 moet er alleen sfeerlicht branden en geen groeilicht. De planten gaan zich na ongeveer 20.00 uur dichtvouwen en nemen de slaapstand aan. Ze zullen dan niet meer assimileren en het licht dat te veel gegeven wordt komt alleen ten goede aan algen. Het is eigenlijk beter om na 20.00 uur helemaal geen licht meer boven de bak te hebben. Maar dan zit je de hele avond tegen een donkere bak aan te kijken en dat is ook niks. Dit zijn natuurlijk geen absolute gegevens maar een handreiking, waarbinnen je zelf kunt experimenteren. In het volgende hoofdstuk ga ik een aantal gemakkelijk te houden plantensoorten voor gezelschapsaquaria bespreken.