Een zeeaquarium brengt de fascinerende wereld van het koraalrif in de huiskamer. Bij nader toezien ontdekt men daarin echter veel meer dan slechts vissen en koralen, want in een rifaquarium ontwikkelt zich een biotoop met een werkelijk adembenemende veelvoud aan levensvormen. Om de onopvallende aquariumbewoners te ontdekken en te herkennen moet men overigens op de kleinste details letten en de blik niet uitsluitend richten op kleurenpracht.
Een koraalrif bestaat immers niet alleen uit koralen en vissen, maar is een levensgemeenschap van talrijke verschillende levensvormen, waartoe ook sponzen, zeekomkommers, kreeftachtigen, stekelhuidigen, weekdieren en ontelbare andere dieren uit allerlei klassen behoren. Daarom moet de zeeaquarist zijn aandacht ook schenken aan onopvallende dieren, die zich in het aquarium ontwikkelen, deze zijn namelijk soms zoiets als het zout in de pap.
Ongewone slakken
De kokerlengte is tussen de verscheidene soorten of geslachten der Vermetidae zeer verschillend. Terwijl ze bij sommige soorten van het genus Petaloconchus 10 tot 20 cm lang kunnen worden, bereiken ze bij de afgebeelde, onbekende soort gemiddeld slechts 8 of 10 mm. Aangezien de systematiek van deze groep nog nauwelijks onderzocht is, weet men nog maar weinig over de soortindeling en levenswijze. Vaak worden de wormslakken ook met wormen verwisseld.
Wormslakken kunnen in hun koker heen en weer kruipen. Vooral bij de kleinblijvende soorten, die een haast doorzichtige woning bezitten, is dat goed te zien. Voelt het dier zich veilig, dan kruipt het langzaam naar de opening, maar als in de nabijheid een beweging wordt waargenomen of als de koker plotseling wordt overschaduwd, wat op een aanzwemmende rover zou kunnen duiden, kruipen ze met een ruk terug naar de veilige diepte.
Interessante voedselvangst
Zeer interessant is de voedingsmethode van wormslakken. Vermetidae zijn suspensie-eters, die hun voedsel meestal vangen met behulp van een slijmnet: met een speciale klier produceren ze slijm, dat in het water tot een kleverig vlies verhardt. Dit ‘vangnet’ laten ze in het water hangen tot er allerlei kleine zweefdeeltjes aan hechten. Vervolgens wordt het net met de buit ingetrokken en opgegeten. Maar sommige soorten vangen het zweefvuil ook net als mossels gewoon met de kieuwen.
Veel Vermetidae zijn van gescheiden geslacht en verzorgen de larven, terwijl het legsel in eikapsels aan de binnenkant van de koker wordt afgezet, meestal vlak bij de opening. Bij sommige soorten hebben de wijfjes speciale mantelplooien, waarin de eieren kunnen rijpen.
Bovendien houden de meeste Vermetidae niet van licht. Alleen de wat groter wordende soorten, die hun woonpijpen in koraal aanleggen, schuwen sterk zonlicht niet. De kleinere kolonievormende soorten daarentegen, die in veel rifaquaria aangetroffen worden, leven veelal aan de onderkant van stenen of in de filterkamer, op plaatsen waar weinig licht aanwezig is, maar wel een voortdurende zwakke stroming.
Onder zulke omstandigheden kunnen ze zich opvallend goed vermenigvuldigen en zodoende in verloop van tijd flinke populaties vormen.
Een wormslakkenplaag?
Soms kunnen ze zelfs een plaag worden, omdat ze zich in leidingen vestigen. De toevoerslang naar een eiwitafschuimer is bijvoorbeeld een ideale vestigingsplaats voor wormslakken. Dat is meestal een donker gebied met voortdurende aanvoer van voedselrijk water, waarin geen roofvijanden verwacht mogen worden. Aan de binnenkant van zo’n buis kan de gehele wand met een kolonie worden overdekt, waardoor de diameter afneemt en de doorstroming aanzienlijk gehinderd kan worden.
Het verdient dus aanbeveling leidingen zo aan te brengen, dat ze gedemonteerd en gereinigd kunnen worden. Afgezien van de genoemde storende eigenschap zijn wormslakken van de familie Vermetidae namelijk onschadelijke en vreedzame bewoners in onze aquaria, die zeer interessant zijn om te bekijken. Samen met andere onopvallende ongewervelden vormen ze zeker een verrijking van de levensgemeenschap in rifaquaria.