Onder de cichliden die wij verzorgen doen zich soms twee ziekten voor:
Gatenziekte
Gatenziekte uit zich door het ontstaan van gaatjes (putjes) op bijvoorbeeld de kop en afscheiding van een etterachtige substantie uit de ogen. In het begin lijkt de ziekte tamelijk onschuldig te zijn, want de gaatjes zijn maar klein, 0,5 tot 1 mm in diameter. In een later stadium worden de gaatjes echter groter en ontstaan ‘kraters’. Dat leidt tot bacteriële en schimmelinfecties. Geelachtige etter treedt uit deze gaten naar buiten. Deze aandoening doet zich vaak voor bij Amerikaanse cichliden, bijvoorbeeld bij discus- en maanvissen en soorten uit de geslachten Geophagus, Satanoperca, Cichlasoma, Uaru, Acarichthys, Astronotus, Mesonauta en Heros. De ziekte kan ook Afrikaanse Tilapia en de cichliden van het Malawi- en Tanganjikameer treffen en ook de populaire kersenbuikcichliden (Pelvicachromis). De gatenziekte wordt vaak aangetroffen bij vissen die zijn geïnfecteerd met de parasieten Hexamita en Spironucleus elegans. Volgens sommige onderzoekers is het resultaat van een massa-invasie van Spironucleus elegans, welke parasiet zich in de ingewanden van de gastheer nestelt, dat de vis waardevolle voedingsstoffen (vitaminen en micro-elementen) worden onthouden. (Die worden dan kennelijk door de parasiet geconsumeerd – vertaler). Zulke stoffen zijn op de eerste plaats en vooral calcium, fosfor en vitamine D. Daardoor verzwakt het afweermechanisme van de huidweefsels, wat leidt tot de vorming van gaatjes en vervolgens tot de secundaire bacteriële infecties die de ziekelijke toestand van de vis verergeren. Soms verschijnen de gaten niet alleen op de kop, maar ook in de buurt van het zijlijnorgaan. Dan spreken we van ‘zoetwaterkop- en zijlijnerosie’.
Factoren die bijdragen aan het ontstaan van de gatenziekte
- Verkeerde watersamenstelling
- Slechte waterkwaliteit, te hoge concentraties aan stofwisselingsproducten
- Erg slechte hygiënische omstandigheden
- Voedsel dat arm aan vitaminen en micro-elementen is
- Stress
Behandeling
Zodra de eerste verschijnselen van de ziekte worden waargenomen, is het uiteraard zaak de omstandigheden die kunnen bijdragen aan het ontstaan ervan te verbeteren. We kunnen ook een profylactische behandeling (behandeling gericht op het voorkómen van een ziekte – vertaler) voor spironucleose/hexamitose uitvoeren en – in gevallen, waarin de ziekte zich al in een verder stadium bevindt, dat wil zeggen de gaatjes al gaten zijn geworden – dient een of ander antibacterieel middel uit de aquariumwinkel, bijvoorbeeld Bactopur Direct van Sera of Aqua Furan van Aquarium Münster te worden ingezet. De actieve substantie in beide medicamenten is nifurpirinol. Bij de dosering dient men zich aan de voorschriften van de producenten te houden. Als de kuur is uitgevoerd, dient 50 – 60% van het water te worden ververst en dient er gedurende 48 uur over actieve kool te worden gefilterd. Daarna moet de kool worden afgevoerd. Verder dient het voedsel tot de wonden helen te worden verrijkt met vloeibare vitaminen, in het bijzonder A, B, C, D en met micro-elementen. Aanvullend kunnen de vissen worden gevoerd met broccoli of groene erwten.
In het geval van Zuid-Amerikaanse cichliden verdient het aanbeveling gebruik te maken van speciaalzout, bijvoorbeeld Preis’ Diskus Mineralien of AquaDur Plus van JBL. Deze producten zijn in de aquariumspeciaalzaak verkrijgbaar. Zij kunnen direct aan het aquarium worden toegevoegd, bij voorkeur tevoren opgelost in (osmose)water en dan toegevoegd na de wekelijkse waterverversing. Ook verdient het aanbeveling het aquariumwater door een uv-sterilisatieapparaat te voeren en de temperatuur te verhogen tot de temperatuur die wordt aanbevolen voor de kweek van de desbetreffende soort. Dat zal bijdragen aan het helen van de wonden.
Gedurende de behandeling verdient het aanbeveling per 20 liter water in het aquarium één eetlepel jodiumvrij tafelzout toe te voegen. Nadat de wonden zijn geheeld en een gedeeltelijke waterverversing is uitgevoerd, dient gedurende één maand een zoutconcentratie van een eetlepel van genoemd zout per 40 liter aquariumwater te worden toegepast. We zullen ook voor perfecte hygiënische omstandigheden moeten zorgen, de bodem en decoratiemiddelen zullen vaak moeten worden afgezogen en er zal vaak water moeten worden ververst. Het kan maanden duren voordat het leed volkomen is geleden. Geduld dus!
Het voorkomen van de gatenziekte bestaat uit:
- Zorg voor de juiste watercondities
- Veroorzaak zo weinig mogelijk stress: voorkom overbevolking en houd het aantal agressieve mannetjes beperkt, doe nooit vissen die als vechtersbaas bekend staan bij vredelievende soorten
- Zorg voor het juiste voedsel (rijk aan vitaminen en micro-elementen) voor de desbetreffende soort(en)
- Houd het aquarium schoon: zuig vuil af als dat nodig is en ververs wekelijks een deel van het water, zorg voor efficiënte biologische filtering en beluchting
Buikwaterzucht
Buikwaterzucht is een symptoom van vele ziekten. De aandoening komt veel voor bij de Afrikaanse cichliden (de Mbuna-groep onder andere, maar ook bij Eretmodus- en Tropheus-soorten). Ook Zuid-Amerikaanse soorten kunnen er last van hebben, bijvoorbeeld leden van de aardetergroep zoals Satanoperca daemon en Satanoperca lilith. Over de oorzaak van buikwaterzucht zijn de meningen verdeeld. Sommige onderzoekers denken dat de zwelling wordt veroorzaakt door darmflora, anderen noemen bacteriën als oorzaak. (Hier is de auteur niet erg duidelijk. Immers de darmflora bestaat ook uit bacteriën. Wellicht bedoelt de auteur overactiviteit van de normale darmflora als één mogelijkheid en activiteit van eveneens aanwezige kwalijke bacteriën, welk dat ook zijn mogen, als een andere mogelijkheid – vertaler). Eén ding is zeker: de micro-organismen in kwestie behoren onder normale omstandigheden tot de normale flora van het spijsverteringsstelsel van de vis en treedt buikwaterzucht alleen op als de interne balans van het organisme is verstoord. Zonder behandeling zal de vis binnen 1-7 dagen sterven en vissen die zichtbaar zijn aangetast (dus die met duidelijke zwelling) zullen ook andere, gezonde individuen kunnen infecteren.
Factoren die bijdragen aan het ontstaan van buikwaterzucht
- Ongeschikt dieet, met name te veel dierlijk eiwit, vooral in het geval van planteneters
- Onjuiste watercondities die stress kunnen veroorzaken, met name schommelingen in de pH, de temperatuur en gering zuurstofgehalte
- Te hoog nitraatgehalte
- Voor Afrikaanse cichliden van het geslacht Tropheus komen daar nog een paar factoren bij:
– Veelvuldige veranderingen in de inrichting van het aquarium
– Te weinig schuilplaatsen
– Overbevolking, te vaak uitvangen van exemplaren, transport, te veel agressievelingen in de bakDe symptomen van buikwaterzucht
- Een karakteristieke zwelling van het achterlijf (waterzucht), lange niet-afvallende ontlasting, een rode, gezwollen of zwerende anus
- Niet willen eten, dan wel uitspuwen van het voedsel
- Karakteristieke schommelbewegingen, dan wel stil ergens blijven hangen
- Afscheiding van de groep, lusteloosheid, zich verbergen of juist overdreven druk langs de aquariumwanden zwemmen
- Snelle ademhaling, juist onder het wateroppervlak blijven zwemmen of voortdurend bij de bodem blijven
- Langs verschillende objecten schuren (niet te verwarren met het gedrag bij een stipaanval)
- Donker of juist licht kleuren van het lichaam, verlies aan kleurintensiteit
Behandeling
Als de ziekte nog in een beginstadium verkeert, kan de vis nog worden genezen. De behandeling moet dan beginnen zodra de vis tekenen van lusteloosheid vertoont en voedsel weigert. Om te beginnen moeten we de ongunstige factoren die hiervoor werden opgesomd, elimineren. Dan kunnen we de ziekte aanpakken en dat moet in de bak gebeuren. De temperatuur wordt verhoogd tot 28 – 29 °C teneinde de werking van de medicamenten te versnellen. De beluchting zal zo nodig moeten worden geïntensiveerd en de belichting gedurende de behandeling worden uitgeschakeld. (Uitschakelen van de belichting zal ten doel hebben de levensduur van de medicamenten in de bak te verlengen – vertaler). Voor toediening van de medicamenten dient 80% van het water te worden ververst en wel in twee opeenvolgende dagen telkens 40% (Hier maakt de auteur een veel gemaakte denkfout: tweemaal 40% verversing levert niet hetzelfde effect op als 80% verversing ineens. Immers, het gaat om het verdunnen van de kwalijke stoffen in het water. Na een eerste verversing van 40% is daarvan nog 60% over. Na nog eens 40% verversing is er van de kwalijke stoffen nog 0,6 x 60 = 36% over. Bij 80% verversing ineens zou dat 20% zijn – vertaler). Een aanwezig biologisch filter dient van de bak te worden losgekoppeld om afsterven van de nuttige bacteriën daarin te voorkomen (maar wel in werking te blijven! – vertaler) en aanwezige actieve kool dient uit een mechanisch filter te worden verwijderd om te voorkomen dat die de medicamenten bindt. Na die twee dagen waarop het water wordt ververst, dienen de medicamenten te worden toegediend (zie hieronder voor de dosering). Helaas, als de ziekte in een wat gevorderd stadium wordt opgemerkt, dan is er geen tijd te verliezen en dan dienen we de medicamenten meteen na de eerste 40% verversing toe te dienen (Ik zou dan maar meteen 50% water verversen! – vertaler).
De medicamenten waarover we spraken bestaan uit metronidazol in een dosering van 5 g actieve substantie per 100 liter aquariumwater in combinatie met Baktopur Direct van Sera dat verkrijgbaar is in aquariumzaken en moet worden gedoseerd in een concentratie van 1 g per 40 liter aquariumwater (dus in een dosering van 2,5 g per 100 liter water – vertaler). 1 gram Baktopur Direct bevat 27,6 mg nifurpirinol. Ook andere medicamenten die deze stof bevatten mogen worden gebruikt, maar dan dient de dosering mogelijk te worden aangepast. Bruikbaar is bijvoorbeeld ook Aqua Furan van Aquarium Münster. De chemotherapeutische middelen moeten worden verpoederd (In een vijzel? – vertaler) en in een glas warm water worden opgelost alvorens aan het aquarium te worden toegevoegd. Op de avond van de tweede dag na de toediening van de medicatie voegen we nog eens de helft van de eerste dosering van beide medicamenten toe. Na nog eens twee dagen dient 40% van het water te worden ververst en te worden gefilterd over actieve kool en ook kan een eventueel aanwezig uv-sterilisatieapparaat weer worden ingeschakeld. Na korte tijd kan ook het biologisch filter weer worden aangekoppeld. Na nog eens twee dagen dient de hele cyclus exact te worden herhaald. (Dan zou ik het in werking stellen van het uv- apparaat en het aankoppelen van het biologisch filter na de eerste behandeling nog maar even uitstellen – vertaler). Gedurende de behandeling en nog twee weken daarna dient er niet te worden gevoerd. Daarna dient er uitsluitend Spirulina te worden gevoerd. Daarbij verdient het aanbeveling de herstellende dieren extra van de vitaminen A en C te voorzien. Die vitaminen zijn verkrijgbaar in aquariumzaken, bijvoorbeeld in de vorm van het product Fishtamin. De dosering dient dan wel twee keer zo hoog te zijn als de fabrikant aanbeveelt. Een ander medicament dat veel wordt ingezet bij het bestrijden van buikwaterzucht is Clout, dat ook effectief blijkt te zijn. Het is echter aan de aquariaan om de keus te maken. Hiervoor heb ik alleen een veilige en uiterst effectieve behandeling beschreven die ook door professionele cichlidenkwekers wordt toegepast.
De vissen dienen te worden gevoerd met vlokkenvoer op basis van plantaardig materiaal, vooral op basis van Spirulina. De vlokken dienen fijn te worden vermalen en in water te worden geweekt alvorens ze toe te dienen. Men dient 3 – 4 keer per dag te voeren en wel in zodanige hoeveelheden dat het voedsel binnen een minuut worden geconsumeerd.
- Onder geen beding dient dierlijk materiaal zoals Tubifex, muggenlarven of runderhart te worden gevoerd
- Het beste voedsel is de zogeheten garnalenmix die bestaat uit diepgevroren gemalen garnalen en groene erwten. Dat voer dient eerst te worden ontdooid en een of twee keer per week in kleine hoeveelheden te worden gevoerd
- De vissen dienen niet te worden overvoerd
- De juiste watercondities zijn: hard of erg hard water, lichtelijk zout, pH 8 – 9, temperatuur 26 – 28 °C, 30 – 40% waterverversing per week
- Als er veranderingen in het interieur moeten worden doorgevoerd, doe dat dan in het donker (belichting gedurende 24 uur uitschakelen)
- Voorkom stress, bijvoorbeeld door al te vaak vissen uit te vangen of het interieur vaak te veranderen
- Nieuw aangeschafte vis dient in quarantaine te worden gezet
Het voorkomen van buikwaterzucht bij andere cichlidensoorten
- Geef bij voorkeur voedsel op basis van plantaardig materiaal, bijvoorbeeld spinazie, maar ook voedsel dat rijk is aan chitine, bijvoorbeeld gemalen garnalen of kreeftachtigen als Gammarus. Het voedsel moet geschikt zijn voor de desbetreffende soort
- Het aquarium dient schoon te worden gehouden (regelmatig water versen) en de juiste water condities voor de desbetreffende soort(en) dienen in acht te worden genomen
- Overbevolking dient te worden vermeden
- De bak dient voldoende schuilplaatsen te bevatten, zodat de zwakkere exemplaren en ook de overmatig nagejaagde vrouwtjes zich kunnen terugtrekken
- De bak dient te zijn voorzien van een goedwerkend biologisch filter en het water dient goed te worden belucht
- Het ontstaan van stress dient zoveel mogelijk te worden vermeden – men dient alleen soorten bij elkaar te houden die elkaar verdragen dan wel tegen elkaar zijn opgewassen, dus agressieve soorten niet bij vredelievende soorten en ook dient een teveel aan jagende mannen te worden voorkomen. Soms helpt het om een vissoort toe te voegen die de aandacht kan afleiden.
Soorten uit het Zuid-Amerikaanse geslacht Satanoperca kunnen worden aangetast door zogeheten neotropische buikwaterzucht. De behandeling daarvan is gelijk aan die welke hiervoor werd beschreven.
Samenvatting
Zowel buikwaterzucht als de gatenziekte kan goed worden behandeld, mits die in een vroegtijdig stadium wordt opgemerkt. Dan dient onmiddellijk met de behandeling te worden begonnen. Zo’n behandeling omvat het wegnemen van factoren die het ontstaan van de ziekte in de hand werken en het toedienen van geschikte medicamenten. Het allerbelangrijkste is profylaxe, dat wil zeggen voorkomen dat de ziekte ontstaat. De oude wijsheid geldt nog steeds: voorkomen is beter dan genezen!