Tijdens het maken van foto’s bij Diercentraal Bodegraven, zagen we een bizar en groot, maar leuk insect. Het was een Flappentak.
Het is een wandelende tak, maar deze lijkt meer op een stekelige plant, ze zijn meestal bruin, soms zijn ze lichtgroen.
Op hun lichaam en poten hebben ze allerlei uitsteeksels en hieraan kan je dan ook meteen het geslachtsverschil zien. De vrouwtjes zijn dikker en groter (+/- 15 cm). De mannetjes zijn slanker en hebben langere vleugels en veel minder stekels en zijn ook kleiner (10-12 cm) en hebben lange voelsprieten.
Het zijn nachtdieren, overdag hangen ze vaak aan een tak en zullen ze niet veel bewegen. Als verdediging hebben ze een speciale tactiek, bij gevaar bootsen ze een schorpioen na door hun achterlichaam op te krullen wat potentiële aanvallers moet afschrikken. Zelf zijn het totaal ongevaarlijke rustige dieren en mannetjes en vrouwtjes kunnen samen gehouden worden.
Om deze dieren goed te huisvesten is een insectarium van 50 cm hoog bij 30 cm breed en diep een goede maat.
Let er op, daar de dieren slecht tegen glas omhoog kunnen klimmen, dat er met een ruwe ondergrond en met opstaande takken gewerkt wordt en dat de dieren in de gelegenheid zijn om omhoog te klimmen zodat ze op hun kop ergens aan een tak kunnen hangen.
De eitjes zijn 4mm ronde balletjes met een klein dekseltje, ze komen pas na 4-6 maanden uit. Bij ongeslachtelijke reproducties duurt dat nog langer tot wel een jaar. Dit alles is dan ook nog afhankelijk van de vochtigheid en temperatuur.
De eitjes zijn 4mm ronde balletjes met een klein dekseltje, ze komen pas na 4-6 maanden uit. Bij ongeslachtelijke reproducties duurt dat nog langer tot wel een jaar. Dit alles is dan ook nog afhankelijk van de vochtigheid en temperatuur.
Wij vonden het heel leuk om dit schattige diertje te aanschouwen en we weten zeker dat hij binnenkort een goed baasje zal krijgen. Want zeg nou zelf, hiernaar kijken is toch echt genieten van wat de natuur ons biedt.
Ze kunnen op kamer temperatuur gehouden worden, tussen de 20º en 30º C, zorg voor schoon drinkwater en laat de lucht niet te droog worden want dit bemoeilijkt het vervellen. Een goede ventilatie is ook nodig ter voorkoming van schimmels.
Tweemaal per week sproeien zal ze goed doen. Ze voeden zich met bladeren, zoals eucalyptus, braam, framboos, eik, roos, hazelaar. Let er wel op dat de bladeren vrij zijn van gif.
Deze soort kan zich zowel ongeslachtelijk als seksueel voortplanten, bij ongeslachtelijke (parthenogenetisch) voortplanting zullen de jongen altijd vrouwtjes zijn (klonen).
©2013 M. v.d. Heijden