Corydoras-soorten zijn op de dag van vandaag erg populair, hoewel de kennis van dit interessante en leuke voetvolkje bij velen niet veel verder lijkt te gaan dan het poetsgedrag: De aquariaan heeft gehoord dat ze alle voedselresten opruimen en zo een algenplaag kunnen voorkomen. Vast staat dat ieder wel zo ongeveer weet wat het nut van deze diertjes is, omdat ze door de aquariumhandel vaak als noodzakelijke opruimer bij de eerste aanschaf van een aquariumbevolking worden meegeleverd.
Een beknopte inventarisatie leert dat er op het moment van schrijven ongeveer 240 soorten bekend zijn, waarvan er hooguit een dertigtal regelmatig in het aanbod van de aquariumhandel te vinden is. Oorzaak daarvan zou kunnen zijn dat menig aquariumliefhebber nog steeds in de veronderstelling leeft, dat Corydoras-soorten altijd saaie grijze of bruingekleurde vissen zijn. Mis! – want wie zich via de literatuur een beetje op de hoogte gehouden heeft van de importen van de laatste jaren, of net als ik, regelmatig bezoekjes bracht aan een aantal aquariumspeciaalzaken, om zich juist over de laatste importen te informeren, weet intussen wel beter. Of anders heeft mijn ‘Pantserpraat’ in Het Aquarium van de afgelopen tijd u waarschijnlijk wel tot ander inzicht gebracht. Mogelijk ook is de aquariumliefhebber van productieve aquariaan verworden tot consumptieve aquariumhouder; hij schaft zich de gewenste bevolking aan en bekommert zich er niet om of hij de soort misschien tot voortplanting zou kunnen brengen. Daarmee schiet hij dan in zijn taak als serieuze aquariumhouder tekort.
De soort die we in deze aflevering in de schijnwerpers willen plaatsen, Corydoras sterbai, is zo’n import van de laatste tijd. Een zeer aantrekkelijk getekende Corydoras, met een kop vol punten en stippen, die als het ware op een zilverachtig witte ondergrond zijn opengebleven. Het grootste deel van het lichaam is overdekt is met donkere grijsbruine golflijntjes, die onderling zijn verbonden, zodat zich ogenschijnlijk een zwart streeppatroon vormt. De borst- en buikvinnen zijn helder oranje, en bij sommige vissen is ook de eerste straal in de rugvin helder oranje. Bij deze dieren heeft ook de zilverwitte ondergrond van het patroon op de kop een oranje zweem. Het eerste enthousiasme om er een stelletje van aan te schaffen wordt danig bekoeld als je de prijs hoort. Er wordt toch wel zo’n 9 à 10 € voor een enkel dier gerekend.
En als je dan bedenkt dat je er toch wel een stuk of 12/13 nodig hebt voor een ordentelijke school… Tel uit je winst. Maar wie het om de kweekervaring te doen is kan volstaan met een enkel paartje of twee vrouwtjes en een mannetje en zich daarmee in betrekkelijk korte tijd een aardig bestandje opbouwen. (W. Seus, Corydoras). Hun naam kregen ze als eerbetoon aan professor GÜNTHER STERBA, schrijver van vele boeken gewijd aan vissen en meer speciaal aan Corydorasin de jaren 1960 – 1970. En wie kent er niet zijn boek ‘Süszwasserfische aus aller Welt’, dat als een soort voorloper van de Mergus-atlassen een halve eeuw terug de boekenkast van elke gevorderde aquariumliefhebber sierde en een must was voor ieder die mee wilde tellen. In de Rio Guapore en de Rio Ucava bij Bolivia, waar hun wortels liggen, leven ze voornamelijk in riviertjes die niet zo diep zijn en waarvan het water kalmpjes aan zijn weg richting de Mato Grosso zoekt. Het water is helder en de bodem is zandig met op sommige plaatsen aanslibsel van klei en op andere plaatsen grote hoeveelheden planten. Ze leven daar in groepen van meerdere tientallen individuen, soms zelfs zijn het honderden vissen die in een grote school leven, maar de verschillende soorten vermengen zich als regel nooit vrijwillig. Ze worden ongeveer 6 cm groot. Dat geldt dan voor de mannetjes, die als gewoonlijk bij Corydoras, iets kleiner blijven dan de vrouwtjes, die met ca. 7 cm hun maximale grootte wel hebben bereikt. Bij de aanschaf is het wel oppassen, want zoals vaak bestaat er een tegenhanger die er sterk op lijkt. Corydoras haraldschultzi om precies te zijn. Het is een soort die over het algemeen nog iets groter wordt.
Let op het verschil links tussen Corydoras sterbai en rechts Corydoras haraldschultzi: Corydoras sterbai (Li) heeft een donkere tekening op een lichte ondergrond en Corydoras haraldschultzi (Re) een lichte tekening op een donkere ondergrond. Vooral op de kop is dat duidelijk zichtbaar.
Maar het echte onderscheid ligt toch in het feit dat de tekening als het ware het negatief is van die van Corydoras sterbai. Een groot deel van hun tijd besteden ze aan het ‘doorspitten’ van de bodem op zoek naar kleine prooien en voedselresten. Ze moeten net als alle andere vissen in de bak echt en gevarieerd voer hebben: muggenlarven, vers de vase en andere kleine diertjes waar ze verzot op zijn. Dan zie je ze ook nogal eens hun voedsel in het open water komen oppikken. Maar over het algemeen pikken ze hun voedsel van de bodem op: Ze boren hun koppie in het substraat en keren het zand alsmaar en veroorzaken een werveling met de slagen van hun staart, die het afval doen opwaaien, dat dan door de stroming naar het filter meegevoerd wordt. In dat geval zou men echt kunnen spreken van schoonmakers. Het zoeken naar voedsel neemt een groot deel van hun tijd in beslag. Meestal zwemmen ze langzaam schommelend, maar ze zijn in staat tot topsnelheid als ze gestoord worden. Hun onbeholpen voorkomen verbergt uitstekende zwemmers, minder onbeholpen dan je zou denken. Het aquarium moet zijn ingericht met rijnzand om hun baardtasters te sparen. Deze baarddraden spelen een belangrijke in rol bij het zoeken en vinden van in de bodem verborgen voedseldiertjes en worden ook gebruikt om zich te communiceren tijdens de paring. Ze hebben een functie in de reuk en ook in de tast. Bij de aanschaf moet je goed kijken of ze aanwezig zijn, niet versleten of beschadigd en of er zich geen infectie ontwikkelt.
Corydoras sterbai houden van stroming. Vaak vind zie je hoe ze gedurende langere tijd tegen de stroom inzwemmen de terugloop van het filter. In vergelijking met andere Corydoras lijken ze minder bodemgebonden en klimmen ze graag naar het middendeel van de bak. Dan rusten ze, staande op hun borstvinnen uit op een steen of op een wortel, vaak in de schaduw van een plant. Dezelfde vissen liggen iedere dag weer onder dezelfde plant. Met een aantal van dezelfde soort vertoont hun gedrag dezelfde trekken als in het wild. In goede conditie heeft Corydoras sterbai een levensverwachting van ongeveer 7 jaar.
Het kon natuurlijk niet uitblijven; bij keuringen zag ik even geleden albino Corydoras sterbai in het aquarium: selectieve kweek uit Singapore. Geen onaantrekkelijke vissen met een zweem van oranje in de vinnen en een helder oranje rugvinstekel alsmede de zware eerste straal van de borstvinnen. Toch zou de serieuze aquariumliefhebber er goed aan doen dit soort van variëteiten te mijden en te laten voor wat ze zijn waar ze zijn. Al was het alleen maar om de natuurlijke vorm, die verreweg veel aantrekkelijker is niet uit het oog te verliezen.
Als bij alle Corydoras-soorten dragen de borstvinnen en de rugvin een eerste vinstraal, die de vissen bij gevaar kunnen vergrendelen als ze uitstaat. Een verdedigingsmechanisme dat predators die ze willen buitmaken meestal de lust doet vergaan het nog eens te proberen. Met deze drie vinnen zetten ze zich ook vaak vast in het schepnetje als men probeert ze over te zetten. Je moet haar dan heel voorzichtig losmaken om haar niet te verwonden of eenvoudiger nog, het netje rustig in het water laten hangen zodat de vis er zelfstandig kan uitzwemmen als ze tot rust gekomen is.
Deze gepantserde ridder behoort niet tot de gemakkelijk te kweken soorten, maar de kweek is heel goed mogelijk en de uitdaging is er alleen maar te groter om. Daarvoor kiezen we bij voorkeur twee paartjes of een triootje van goed gevulde dieren om zeker te zijn dat de paring niet lang op zich zal laten wachten. Die worden in een tevoren klaargemaakt kweekbakje van ten minste 40 cm. Hierin zetten we wat planten en met behulp van kienhout, kokosnootdoppen of gewoon bloempotscherven worden wat schuilmogelijkheden gemaakt. We brengen de temperatuur op 25 °C. Meestal beginnen ze dan na één of twee dagen spontaan aan het paringsritueel. Dat eindigt ermee dat het mannetje een van de borstvinnen van het mannetje tegen de flank klemt op de manier die eerder al beschreven werd. Bij Corydoras sterbai verschilt dit enkel in detail. Het eind van het verhaal is dat er een serie eitjes zijn afgezet die afhankelijk van de conditie van het ouderdier tot wel 100 eieren kan bedragen die na ca. 4 dagen zullen uitkomen. Het opfokken behoeft verder ook geen moeilijkheden op te leveren. Bij een goede verzorging heeft Corydoras sterbai een levensverwachting van een jaar of 7.