Als de laatste winter weer tot het verleden behoort en de voortekenen van de lente zich nadrukkelijk manifesteren, komt de vijver meer en meer in beeld.
Wat een saaie waterbak was, waarin slechts plantenresten en wat visjes te zien waren, is het water nu onder invloed van de zon steeds warmer geworden en komen zowaar uit de trieste hoopjes afgestorven water- en moerasplanten frisse groene puntjes, die ook dit jaar weer een uitbundige plantengroei aankondigen. Dit is het moment om de water- en moerasplanten te scheuren of te verplanten. De planten zullen hier nu nog weinig schade van ondervinden, omdat ook de wortels nog niet goed zijn ontwikkeld. Oude of overtollige delen kunnen worden weggegooid (of beter: worden weggegeven aan andere vijverhouders), waarna jonge, krachtige stekken kunnen worden teruggeplaatst.
De zo belangrijke zuurstofplanten gaan zich eerst langzaam, maar dan steeds sneller ontwikkelen en halen daarbij steeds meer voedingsstoffen uit het water, zodat de algen langzaam maar zeker het onderspit zullen delven en slechts in geringe aantallen zullen overblijven. Zuurstofplanten moeten nog niet worden uitgedund, omdat ze de komende weken voor het biologisch evenwicht in de vijver moeten zorgen.
De vissen worden (wat) actiever en zwemmen vaker in de bovenste waterlagen, genietend van het warmer wordende water en vol belangstelling voor de toenemende aantallen insecten die in, boven en rond de vijver aanwezig zijn. Als de watertemperatuur boven de 8 °Celsius komt, mogen we voorzichtig het voeren hervatten. Omdat het spijsverteringsstelsel van de vissen net weer op gang komt, geldt hierbij: kleine beetjes tegelijk en niet te vaak!.
Het is erg verstandig om alvast te zorgen voor een flinke hoeveelheid watervlooien in de vijver. Die zijn voor vissen lichter verteerbaar dan droogvoer of korrels en zullen dan ook niet voor verstopping zorgen. Bovendien zullen watervlooien die niet meteen worden opgegeten ook weer voedsel zoeken in de vorm van zweefalgen, vooral vroeg in de lente een plaag voor vele vijverbezitters.
Waar ze allemaal vandaan komen is vaak een raadsel, maar plotseling worden vijvers bevolkt met grote aantallen salamanders. Deze amfibieën leggen hun eitjes tussen de waterplanten, waarbij ze ieder eitje afzonderlijk zorgvuldig in een blaadje vouwen. Om aan te sterken zijn ze afhankelijk van kleine beestjes in het vijverwater. Een reden te meer om voldoende watervlooien te vangen.
De bruine kikkers en padden zijn ontwaakt uit de winterslaap en zoeken massaal het water op om eieren af te zetten. Vooral padden zijn kieskeurig: zij gaan op weg naar het watertje, waarin ze zijn geboren om juist daar voor nageslacht te zorgen. Helaas vinden vele hun trieste einde onder de wielen van een auto, maar verreweg de meeste komen ongedeerd op de plaats van bestemming.
Voor wie denkt, dat het grote aantal doodgereden padden wel voor een achteruitgang van de soort móet zorgen, heb ik een geruststellende mededeling: mede dankzij beschermende maatregelen en het toenemende aantal tuinvijvers groeit het aantal padden jaarlijks met enkele procenten.
De enorme aantallen kikker- en paddeneieren zijn een zegen voor de vijver en zijn bewoners. De eitjes – en na een aantal dagen de dikkopjes – worden werkelijk massaal opgevreten door de aanwezige vissen, die op deze manier weer vetreserves opbouwen, die gedurende de lange winter goeddeels zijn verbruikt.
Toch blijven er nog grote aantallen larven over, die tussen de beschermende moerasbeplanting algen eten en snel groter worden. Na enkele weken zijn de dikkopjes te groot voor de bekken van de meeste vissen en gaan uitzwermen, ondertussen worden grote hoeveelheden van de verfoeide algen verorberd.
Voorzichtig zijn met het verwijderen van algen. Eerst een uurtje in een emmer vijverwater bewaren, zodat de per ongeluk meegeschepte dikkopjes en andere beestjes kunnen ontsnappen. Ten slotte dienen de algen voor het weggooien nog even te worden nagekeken op achterblijvers.
Als eind mei de eerste bloemen van de waterlelie verschijnen en er een aantal moerasplanten volop staat te bloeien is de vijver al prachtig,en zal de komende maanden alleen nog maar mooier worden. Laat de keurmeesters maar komen, de vijver is er klaar voor.