Het slaplantje

In jaren zeventig en tachtig van de 20ste eeuw was het slaplantje een zeer populair en veel gebruikt voorgrondplantje. Heden ten dage wordt het assortiment water- en moerasplanten, dat geschikt is voor ons aquarium, almaar groter en waarschijnlijk hierdoor ziet men dit leuke en bruikbare plantje wat minder.

Een trosje met kleine witte bloempjes

Ondanks de naam slaplantje heeft dit plantje met de sla die wij als groente eten, niets uit te staan. Het ‘aquariumslaplantje’ behoorde tot de sleutelbloemfamilie (PRIMULACEAE) net als ook bijvoorbeeld het penningkruid (Lysimachia nummularia) en Hottonia inflata. Op grond van de recentste resultaten van moleculair taxonomisch onderzoek wordt het genus Samolus nu tot de THEOPHRASTACEAE gerekend. De PRIMULACEAE-familie, zoals we die vroeger kenden, is uiteengevallen en overhoop gegooid met enkele andere families. Lysimachia behoort nu tot de MYRSINACEAE. Het genus Hottonia behoort nog wel tot de PRIMULACEAE.

De wetenschappelijke naam, die op dit moment in West-Europa als correcte naam wordt gehanteerd is Samolus valerandi L. De namen Samolus parviflorus Raf., onder anderen gebruikt door prof. De Wit, en Samolus valerandi L. subsp. parviflorus (Raf.) Hulten zijn synoniemen.
Omdat de verschillen in habitus van de verschillende Samolus-soorten nogal gering zijn, zien veel botanici die verschillen onder andere als klimatologische invloeden op de habitus en niet als een andere soort of ondersoort.
Cook geeft in zijn Aquatic Plant Book aan, dat het geslacht Samolus zestien soorten kent, hetgeen – gezien het bovenstaande – nogal aan de hoge kant lijkt. Zie in dit verband ook de opmerkingen over de synoniemen van Samolus valerandi in het boek Aquarium Planten, pagina 417, van Christel Kasselmann. Ook de studie van dit genus door Wim E. Crusio is interessant. Hier reduceert hij de op dat moment dertien beschreven species en een groot aantal subspecies tot nog maar zes species en een paar subspecies. (Mededelingen WAP 2 (1982) :13-25 en Mededelingen WAP 6(1984) :13-16.

Beschrijving

Dun zaaien is noodzakelijkSamolus valerandi is een rozetplant, 10 tot 15 cm hoog en plusminus 20 cm breed met ei/spatelvormige, lichtgroene blaadjes van zo’n 10 cm lang en een kleine 4 cm breed. De bloemstengel tot maximaal 50 cm hoog heeft kleine, kortgesteelde blaadjes. De bloeiwijze is een trosje, de bloemkleur is wit met een geel hartje. Het bloemetje heeft vijf kroonblaadjes, vijf kelkblaadjes en vijf meeldraden.

Ook in Nederland

Waterpunge, zo wordt het slaplantje in het Nederlands genoemd, is kosmopolitisch, hoewel in onze lage landen maar op bescheiden schaal voorkomend en dan nog het meest in de kuststreken. Zowel half onder water als in matig vochtige grond gedijt dit plantje goed. Zilte omstandigheden schijnen het plantje niet te deren.
Experimenten met zowel vette klei, gewone potgrond als zanderige, humeuze grond gebruikt als substraat lieten me weinig verschil in groei zien. Hoewel het substraat altijd vochtig moet blijven, overleven de planten toch een kortstondige droogte.

In het aquarium

De frisse lichtgroene blaadjes, de bescheiden afmetingen en de toch wel aparte vorm maken dit plantje tot een goed ogend voorgrondplantje. Er wordt nogal eens beweerd, dat dit plantje maar korte tijd meegaat. Dit is maar ten dele waar; als voorgrondbegroeiing in een discusbak is dit plantje ten dode opgeschreven. De temperaturen die permanent in een dergelijke bak heersen zijn voor deze plant veel te hoog. Bij een temperatuur van 24 °C en een ‘normale’ verlichting stond dit plantje er in een van m’n bakjes meer dan twee jaar fris bij. De bodemgrond bestond uit kiezelzand zonder enige toevoeging. Pas toen er zich een bloemstengel met adventiefplanten ging ontwikkelen, zette de aftakeling in.

Ook langs de vijver

Ook langs de vijver

Geplant langs of in het moerasgedeelte van een vijver is waterpunge welhaast een ideale plant. Zowel een plaatsje in de volle zon als in de halfschaduw is geschikt en zoals gezegd heeft de grondsoort niet of nauwelijks invloed op het gedijen van dit plantje. Afhankelijk van het weer kunnen we van juni tot oktober genieten van de kleine, witte bloemtrosjes. Het slaplantje is meerjarig. Het sterft in het najaar af en zo rond april zijn er alweer wat blaadjes te zien. Grappig zijn dan ook de honderden jonge plantjes. die rondom de ‘moederplant’ opkomen.

Vermeerdering

Als het slaplantje submers wordt gehouden, ontwikkelt zich dikwijls een bloemstengel met een paar adventiefplantjes. Wil men meer planten, dan is zaaien een goede oplossing. Boven water gehouden geeft deze tweeslachtige plant ronde vruchtjes, die een groot aantal kleine zwarte zaadjes bevatten. Eenmaal gerijpt en gedroogd, kunnen ze direct weer gezaaid worden. Het percentage dat opkomt, is meestal zeer groot. Daarom is dun zaaien noodzakelijk. Het verspenen van de kleine plantjes is eenvoudig en meestal zit na het verspenen de groei er weer snel in. Zijn de plantjes bedoeld voor het aquarium, dan dient men als de blaadjes zo’n 6 cm zijn de waterstand heel geleidelijk te verhogen. Hiervoor moet echt de tijd genomen worden. Wordt dit proces geforceerd, dan worden de blaadjes geel en is het plantje meestal verloren.

Veelzijdig

Het houden, verzorgen en vermeerderen van Samolus valerandi is uiterst simpel. Ik zou het plantje tekortdoen als ik zou schrijven: het is een simpel plantje. Maar weinig planten zijn zo veelzijdig als het slaplantje; in het aquarium, langs de vijver of… gewoon in de vensterbank.

Categorieën:
Planten

Auteurs:
Rob Slinger

Fotografie:
Rob Slinger

Gerelateerde artikelen

NBAT Sponsoren

0
    0
    Winkelwagen
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop