Kalmoes, een aquariumplant?

De meeste mensen kennen de kalmoes van de berenburg. Ze weten dat het een waterplant is, maar verder gaat de kennis over het algemeen niet. Zo verging het mij ook, tot ik de plant op de vijverafdeling van een tuincentrum aantrof. Ik zocht waterplanten voor mijn koudwateraquarium, dat bij mij in de tuin in een kas staat opgesteld. In dit aquarium (afmetingen 200 x 50 x 50 cm) houd ik enkele steuren (Acipenser ruthenus of sterlet).

In de hoek van dit aquarium staat een grote parapluplant (Cyperus argenteostriatus), die tot aan het dak van de kas groeit. Er kon nog wel een plant bij. Daarom ging ik, zoals eerder vermeld, op zoek in het assortiment vijverplanten van een bekend tuincentrum. Hier vond ik twee soorten kalmoes, de groene soort Acorus calamus en de bonte soort Acorus gramineus, waarvan de bladeren wit gestreept zijn. Ik nam de bonte soort mee. Thuisgekomen spoelde ik de aarde van de wortels en pootte de plant in het koudwateraquarium.

Het eerste halfjaar (het werd winter) gebeurde er niets, de plant groeide niet, maar ging ook niet dood. Hier kwam verandering in toen de zomer z’n intrede deed. Met het stijgen van de temperatuur begon de plant te groeien. Ze vormde nieuwe scheuten en het werd een mooie volle plant.
Deze ontwikkeling zette me aan het denken. De plant hield klaarblijkelijk van warmte. Zou het iets zijn voor een tropisch aquarium? Nu moest ik meer van de plant te weten zien te komen. In de diverse aquariumplantenboeken wordt Acorus gramineus wel vermeld.

Meer geschikt voor onderwatercultuur is de dwergkalmoes Acorus gramineus var. pusillus. (foto Leo van den Berkmortel)

Er wordt bij vermeld dat hij niet te warm gehouden moet worden (tussen de 18 en 20° C) en dat de plant niet gemakkelijk onder water te houden is. Meer geschikt voor onderwatercultuur is de dwergkalmoes Acorus gramineus var. pusillus. Deze soort wordt geregeld in de aquariumhandel aangeboden.
Voor ons tropisch huiskameraquarium schafte ik de ‘echte’ kalmoes aan, Acorus calamus. Deze plant heeft glanzende heldergroene bladeren.
In de aquariumplantenboeken kon ik niets over deze plant vinden, zodat ik er andere boeken op na moest slaan. Dit bleek niet zo eenvoudig. In de boeken over tuinplanten die we in huis hebben is de beschrijving heel summier. Tussen de jaargangen van Het Aquarium vond ik in het jaar 1990 op bladzijde 122 een artikel over Calla palustris (slangenwortel), die tot de familie van de Aronskelkachtigen behoort. In dit artikel wordt Acorus calamus ook als lid van deze familie genoemd. Er wordt vermeld dat de plant rond 1550 uit subtropisch Zuidoost-Azië is ingevoerd. Dus toch!
Van een artikel in het Aquarium van 1996 (blz. 204) getiteld: ‘De steur als vijverbewoner’, wist ik nog dat de steur erg gevoelig is voor Calla palustris. De kalmoes staat nu meer dan een jaar bij de steuren in het aquarium zonder dat dit nare gevolgen heeft gegeven, zodat de overgevoeligheid klaarblijkelijk niet voor dit familielid van de Aronskelkachtigen geldt. Overigens is de populaire Cryptocoryne ook een lid van de Aronskelkfamilie.
Dit was zo’n beetje wat ik thuisover de kalmoes te weten kon komen. Voor meer gegevens ging ik naar de bibliotheek, waar ik in de boeken van de plantkundige afdeling heel wat informatie over Acorus calamus vergaarde. Dat het een bijzonder interessante plant is, blijkt uit de hierna volgende samenvatting, die ik van deze informatie maakte.

Kalmoes, Acorus calamus,   in het aquarium

Kalmoes heeft heldergroene, zwaardvormige bladeren, die aan de voet vaak roodachtig gekleurd zijn. De dwarsdoorsnede van een blad heeft een afgeplatte ruitvorm. Bij beschadiging ruikt hij zoet-aromatisch. De plant heeft een kruipende, zich vertakkende wortelstok, die wel 3 cm dik kan worden. De kalmoes bloeit in onze streken maar zelden. De bloeivorm is een soort kolf die aan de zijkant uit een blad lijkt te komen. In het begin is deze geelgroen, later wordt hij lichtbruin. De hier groeiende planten vormen geen vruchten, zij verspreiden zich uitsluitend via afgebroken stukken van de wortelstok.

Kalmoes heeft heldergroene, zwaardvormige bladeren, die aan de voet vaak roodachtig gekleurd zijn. De dwarsdoorsnede van een blad heeft een afgeplatte ruitvorm. Bij beschadiging ruikt hij zoet-aromatisch. De plant heeft een kruipende, zich vertakkende wortelstok, die wel 3 cm dik kan worden. De kalmoes bloeit in onze streken maar zelden. De bloeivorm is een soort kolf die aan de zijkant uit een blad lijkt te komen. In het begin is deze geelgroen, later wordt hij lichtbruin. De hier groeiende planten vormen geen vruchten, zij verspreiden zich uitsluitend via afgebroken stukken van de wortelstok.
In het jaar 1576 werden de eerste planten vanuit Constantinopel (tegenwoordig Istanbul) in Europa ingevoerd. Ze werden geïntroduceerd door de plantkundige Clusius. Hij kweekte kalmoes in de botanische tuin van Wenen en gaf later exemplaren aan collega-plantkundigen in Frankrijk, België en Duitsland. Tegenwoordig is de kalmoes een veel voorkomende plant in de voedselrijke inheemse moerasvegetatie. Hij groeit, samen met de gele lis, op oevergedeelten die onder water steil aflopen, een plek die door de inheemse planten wordt gemeden. In drassige weilanden wordt hij ook wel aangetroffen, het vee laat hem daar ongemoeid, dankzij zijn hoge gehalte aan aromatische olie. Zo’n plek zonder concurrentie van andere planten of zonder bedreiging van vraatschade wordt in de wetenschap een ‘niche’ genoemd.
De geslachtsnaam Acorus is afgeleid van het Griekse coreon, dat ‘pupil’ (van het oog) betekent. De plant werd vroeger gebruikt om oogklachten te genezen. De soortnaam calamus is afgeleid van het Griekse woord calamos en betekent ‘riet’ of ‘Spaans riet’.

De plant heeft een lange medische geschiedenis. De wortel van de kalmoes bezit geneeskrachtige eigenschappen. Hier volgen enkele van deze eigenschappen.
Inwendig gebruik stimuleert de spijsvertering, helpt tegen winderigheid en wekt de eetlust op. Erop te kauwen is een middel om te stoppen met roken en helpt bij het doorkomen van de babytandjes. De gekonfijte wortel werd tegen hoest gebruikt en een aftreksel ervan als gorgeldrank bij keelpijn.
Het kruid wordt gebruikt om bier bitter te laten smaken en een lekker luchtje aan tandpasta en parfum te geven.

Duidelijk zijn de jonge zijscheuten te zien.

De plant draagt ook bij aan het aroma van Deventer koek en bitters, zoals de in het begin van dit artikel al genoemde berenburg. We hebben dus met een veelzijdige plant te doen.

De plant staat nu al maandenlang bij mij in het aquarium. In het begin had ze wat moeite om zich aan het onderwaterleven aan te passen. Maar nu begint de groei goed door te zetten. Op de foto zijn de jonge scheuten goed te zien. Het is een plant die het wateroppervlak doorbreekt, wat een goed ruimtelijk effect in het aquarium geeft.
Of de kalmoes het goed zal blijven doen in onze tropische onderwaterwereld weet ik nog niet (vandaar ook het vraagteken in de kop bovenaan). De tijd zal het leren.

Categorieën:
Planten

Auteurs:
Rudolf Mulder

Fotografie:
Rudolf Mulder

Gerelateerde artikelen

NBAT Sponsoren

0
    0
    Winkelwagen
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop