Sinds enkele jaren zwemt bij mij in het aquarium een zestal maanvissen (Pterophyllum scalare). Daar deze vissen al tot de oude rotten behoren in de aquariumwereld, wordt er weinig over geschreven. Tot mijn spijt. Daarom wil ik deze prachtige vissen weer eens in de schijnwerper zetten.
Biotoop
Het is een cichlidensoort uit Zuid-Amerika. Deze vis komt vooral voor in de rivieren Amazone, Obidas, Ramas, Manaus, Coari en nog meer zijrivieren van de Amazone. Maanvissen leven vooral in zwartwaterrivieren en houden dus niet van te felle belichting, te meer omdat er veel begroeiing is langs de rivieroevers (veel schaduw op en in het water). De zuurgraad (pH) is ook een punt van belang; deze is in het natuurlijk vindgebied laag, d.w.z. dat het water zuur is. De maanvis komt voor in wateren met een pH van 3,7 (zeer zuur en te zuur voor plantengroei), maar ook bijv. in de Rio Cuaba, een zg. witwaterrivier, met een pH 6. De temperatuur schommelt in die wateren tussen 27 en 30° C. P. scalare komt vaak voor samen met P. dumerilii. De laatste onderscheidt zich van P. scalare, doordat hij drie duidelijke zwarte strepen heeft, terwijl dat er bij P. scalare twee zijn. Ondanks vele zoektochten langs aquariumwinkels in ons land is het mij niet gelukt om P. dumerilii te vinden.
In het aquarium
Bij mij zwemt er een zestal in een aquarium van 125 x 45 x 45 cm. Eigenlijk verlangen deze vissen een hogere bak, 50 of beter 60 cm. De groep bestaat uit twee mannen en vier vrouwen en neemt de gehele aquariumruimte in beslag. Dat wil zeggen dat een stel (man plus vrouw) het rechter gedeelte van de bak bezet en een ander stel het linker deel. De twee andere vrouwen zwemmen door de hele bak zonder door de mannen weggejaagd te worden. De vrouwelijke partners echter zijn wel agressief tegen ze en dat zijn de mannen onderling ook. Tijdens het voeren is het algehele wapenstilstand, zoals ook beschreven door F.F. Schmidt in Het Aquarium 1991, p. 221 – 226. De dieren zwemmen bij mij in een flink beplante bak, waarin ook stukken kienhout zijn verwerkt. De beplanting omvat javavaren, Cabomba, Amazone-zwaardplant (diverse soorten, waaronder bloeiende Echinodorus grisebachii) en Cryptocoryne willisii.
Verder heb ik een drietal Gymnocoronis spilanthoides (Nederlandse benaming: waterandijvie, besproken in Het Aquarium 1997, p. 6). Als medebewoners hebben de maanvissen enkele bijlzalmen, keizertetra’s, een viertal Corydoras panda en een Farlowella gracilis. De pH is 7,0 en de temperatuur overdag 26° C en ‘s nachts 24,5° C. De verlichting bestaat uit drie tl-buizen 36 Watt, kleur 83. Er wordt gefilterd over turf. De vissen krijgen zoveel mogelijk levend voer, vooral watervlooien en witte muggenlarven, soms rode. Verder krijgen ze veel diepvriesvoer en soms droogvoer. Naar mijn bevinden is dat goed zo, want ze lijken goed gezond te zijn. Beide paren hebben ook al meermalen eieren afgezet. Diverse keren heb ik die uit laten komen in een kweekbakje van 60 x 30 x 30 cm, maar ondanks water verversen en voederen gingen de jongen steeds na enkele dagen dood (dit is een bekend verschijnsel bij maanvissen bij nakweek van broer en zus; dit is een mogelijke oorzaak, redactie). Omdat maanvissen gemeengoed zijn en te koop in alle aquariumzaken (helaas meestal in allerlei kweekvarianten: marmer, zwart, wit, of ‘blauwe spook’), staan we er meestal niet bij stil hoe mooi deze vis is in wildkleur en -tekening. Bij mij in het aquarium wisselen de dieren nogal eens van kleurintensiteit en tekening. Soms is de kleur vervaagd, soms zijn de strepen sterk zwart afgetekend, al naar gelang de stemming van de dieren en de plek waar ze zich bevinden. De beide vrijgezellenvrouwtjes voelen zich overal in de bak even thuis en veranderen weinig van kleur.
De andere vissen worden met rust gelaten, zelfs de bijlzalmen. Deze zijn kleiner dan de rest en zwemmen in de bovenste waterlaag, maar ze worden niet gezien als voer. Vooral als de maanvis volgroeid is, d.w.z. volledige lengte en hoogte en alle vinnen intact, dan is het een mooie verschijning in het aquarium. Men kan maanvissen beter niet als tweetal houden, maar liefst in een groepje van zes of meer. Er vormen zich dan vanzelf paren en de overblijvende houden toch gezelschap. Naar mijn ervaring is het het beste om te proberen twee mannen te krijgen en de rest vrouwtjes, zodat er niet veel strijd ontstaat. Mannen onder elkaar kunnen behoorlijk vechten.
Water verversen
Veel vissen, maar vooral maanvissen, houden van water verversen. Ik ververs een keer per week ongeveer 100 liter. Er is dan wel een verschuiving van de pH, maar de vissen verdragen die goed. Enkele uren na het verversen beginnen meestal beide paren eieren af te zetten. De maanvis is een zeer mooi dier, dat in een rustige bak met getemperd licht thuishoort. Onder zulke omstandigheden is hij een ware koning onder de vissen.