Een natuurlijke vijver bij huis

Een vivarium- en vijverliefhebber, die zijn planten en dieren goed wil verzorgen, zal kennis moeten hebben van de betrekkingen tussen de planten en dieren met de levende en niet-levende omgeving, maar ook van planten en dieren onderling. Voor een vijverliefhebber bestaat geen vruchtbaarder en gemakkelijker bereikbaar voorbeeld dan een natuurlijke plas, ven, beek of poel. Hoewel veel natuurlijk water door menselijk handelen is verstoord, zijn er gelukkig nog voldoende voorbeelden waar sprake is van soortenrijke vegetaties. De natuur is een goede leermeester, maar er is gelukkig ook veel lectuur, die uitleg geeft over hoe die natuur functioneert. Vivariumliefhebbers kunnen goed omgaan met het beoordelen van de watersamenstelling. In boekjes over water- en moerasplanten is veel informatie te vinden over de eisen die planten in en om de vijver stellen.

Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia)Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia)De keus uit watertypen en plantengemeenschappen is groot, maar het is misschien een uitdaging om eens voor een zeldzaam, maar bijzonder interessant voedselarm watermilieu te kiezen. Voorbeelden van dergelijke voedselarme watertjes vindt men in de duinen, heidevelden, veenafgravingen enz. Het zijn soms kleine vennetjes of poeltjes, omringd door een vrij brede moerasrand met een heel bijzondere vegetatie. Dergelijke watertjes zijn heel aantrekkelijk voor waterinsecten, zoals libellen en voor amfibieën. Het aanleggen van een dergelijke waterpartij in de tuin kan ook een aanwinst zijn voor de omringende natuur.

Vijver met plm. 20 soorten planten, voedselarm water en een rand met veenmosVijver met plm. 20 soorten planten, voedselarm water en een rand met veenmos

De bouw

Een praktisch model voor een vijver zou de vorm van een heel groot en diep soepbord kunnen zijn. Dit bord met een doorsnee van 3 tot 4 meter met een 10 cm hoog opstaand randje, om elk contact met de omgevende tuin te vermijden (hevelwerking), heeft een 75 tot 100 cm brede rand. Deze rand loopt schuin omlaag met een verval van 10 tot 20 cm. Van die rand wordt de buitenste 50 cm gevuld met een bijna tien cm dikke voedsel- en kalkarme veen- en zandlaag voor de moerasplanten. De rest van de rand met een aflopende zandlaag is voor de oeverplanten (Helofyten). De waterspiegel begint 50 cm van de buitenrand. Voor het middengedeelte blijft 2 tot 3 meter over en dat moet een diepte krijgen van 80 tot 90 cm. De bodem zal op het diepste gedeelte ten minste een doorsnee van 50 cm moeten hebben, zodat waterorganismen hier kunnen overwinteren en koelte kunnen zoeken tijdens warme dagen. De wand is dus nogal steil en moet, als vijverfolie wordt gebruikt, na het uitgraven van de grond worden versterkt tegen inzakken. Dat kan noodzakelijk zijn als dat zandgrond is. Een redelijk goedkope oplossing is de wand aan te smeren met een cementzandmortel 1:3, waarin gaas wordt verwerkt. Dat gaas kan met grote krammem in de grondwand worden verankerd. De vorm van de vijver kan natuurlijk worden aangepast, maar om praktische redenen zal het diepe gedeelte zo rond mogelijk moeten worden. Op een bepaald punt zal een overloopje nodig zijn om een te hoge waterspiegel te voorkomen. Voor het gebruik van vijverfolie en de verdere aanleg wordt verwezen naar de talrijke handleidingen op dit gebied.

Drie groene kikkers (Rana esculenta) in de vijverrandDrie groene kikkers (Rana esculenta) in de vijverrand                                    Vijver met klein blaasjeskruid (Utricularia minor)Vijver met klein                        blaasjeskruid (Utricularia minor)

Inrichting en beheer

Vijver met grote veenbes (Oxycoccus macrocarpos), veenpluis (Eriophorum angustifolium) en wateraardbei (Potentilla palustris)Vijver met grote veenbes (Oxycoccus macrocarpos), veenpluis (Eriophorum angustifolium) en wateraardbei (Potentilla palustris)Voor de vulling van de buitenste 50 cm brede en tien cm diepe rand moet kalk- en voedselarm veen en zand of baggerveen worden gebruikt. Dit moet wel vers en nat zijn, omdat veen na blootstelling aan de atmosfeer gedeeltelijk oxideert en dus te voedselrijk kan zijn geworden. Soms zijn er plaggen in de handel, die afkomstig zijn van natte veengebieden uit het buitenland. Goede stukken zitten al vol met veenmos, kiemplanten en zaden. Natuurterreinbeheerders hebben wel eens plaggen over, omdat te rijk begroeide oevers soms worden afgeplagd. Overschotjes en zaden zijn soms ook verkrijgbaar bij botanische tuinen. In geen geval mogen planten uit de natuur worden verzameld, ook al staan ze niet op de lijst van beschermde planten. Planten in vochtige, voedselarme milieus worden door allerlei verstoringen steeds zeldzamer. Daarom is het juist zinvol om dit soort vegetaties een kans te geven. Overigens zijn in tuincentra vrij veel soorten te koop en soms als ‘onkruid’ te vinden bij andere water- en moerasplanten. Het water moet voedselarm zijn, dus vullen en bijvullen met regenwater. Vermeden moet worden, dat water uit de tuin de vijver instroomt en ook mag geen afgevallen blad in de vijver terechtkomen.

Beekje met waterviolier (Hottonia palustris) en gewone waterranonkel (Ranunculus peltatus)Beekje met waterviolier (Hottonia palustris) en gewone waterranonkel (Ranunculus peltatus)

Tegenwoordig komen verzurende en voedselrijke stoffen met de regen mee, terwijl de vegetatie in de vijver ook verrijkend werkt. Met regen, wind en bezoekende vogels komen ook zaden van planten mee, die zich spontaan     blijken te vestigen. Niet gewenste soorten, die ook kunnen woekeren, kunnen tijdelijk welkom zijn, omdat ze veel voedingsstoffen opnemen en na gesnoeid te zijn kunnen worden benut om het overtollige voedsel af te voeren. De vijver moet zoveel mogelijk zonlicht ontvangen, maar een algenplaag, die door te voedselrijk water kan ontstaan, is voor gevoelige waterplanten ongewenst. Laat het oppervlak niet dichtgroeien, maar houdt bijvoorbeeld 1/3 begroeid, 1/3 licht begroeid en 1/3 open. Het zal verrassend zijn te zien hoe snel waterbeestjes de weg naar de spiegelende vijver zullen vinden. Niet alleen als ei, maar ook meeliftend met vogels of als vliegend waterinsect. Wat de vissen betreft, verdient het aanbeveling zich te beperken tot kleine vissoorten die in natuurlijke plasjes voorkomen.

Aanbevolen plantensoorten

Vijver met rietorchis (Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa) en veenpluis (Eriophorum angustifolium)Vijver met rietorchis (Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa) en veenpluis (Eriophorum angustifolium)Veenmos (Sphagnum cuspidatum)
Moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora)
Holpijp (Equisetum fluviatile)
Waterdrieblad (Menyanthes trifoliata)
Dophei (Erica tetralix)
Witte snavelbies (Rhynchospora alba)
Lavendelhei (Andromeda polifolia)
Stekelbrem (Genista pilosa)
Tormentil (Potentilla erecta)
Wateraardbei (Potentilla palustris)
Grote veenbes (Oxycoccus macrocarpos)
Kleine veenbes (Oxycoccus palustris)
Grote (gewone) waterranonkel (Ranunculus peltatus)
Klein blaasjeskruid (Utricularia minor)
Veenpluis (Eriophorum angustifolium)
Veelstengelige waterbies (Eleocharis multicaulis)
Kikkerbeet (Hydrocharis morsus-ranae)
Waternavel (Hydrocotyle vulgaris)
Blauwe knoop (Succisa pratensis)
Kraaihei (Empetrum nigrum)
Slangewortel (Calla palustris)

Gerelateerde artikelen

NBAT Sponsoren

0
    0
    Winkelwagen
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop