Ervaringen met de gestreepte pincetvis

Bij veel liefhebbers heerst nog steeds de gedachte dat de gestreepte pincetvis absoluut niet bij lagere dieren gehouden kan worden. Juist voor die mensen het volgende. De ene vis is natuurlijk niet de andere, maar toch meen ik te mogen stellen dat de gestreepte pincetvis best te houden is in een lagere dierenbak mits u een kleine veer wilt laten. Niet financieel gezien, want deze vissen zijn niet duur, maar ik bedoel op het gebied van de kokerwormen, want juist van die laatste zijn het echte liefhebbers.

Het is alweer een tijd terug dat ik over deze vis in gesprek raakte met een verkoper van de dierenspeciaalzaak waar ik vaak even binnenloop. Het gesprek ging over deze vis, want die zou ik graag in mijn gemengde bak (aquarium gevuld met vissen en lagere dieren) willen zien zwemmen. De verkoper was niet zo gecharmeerd van die gedachte, want ook hij – en deze man heeft bijzonder veel kennis op het gebied van zeedieren in huis – vertrouwde deze vissen niet in een lagere dierenbak. Okee, maar als rechtgeaard liefhebber moet je toch eens wat uitproberen. Is het niet omdat je eigenwijs bent, dan kun je toch altijd zeggen dat je dingen moest uitproberen om erachter te kunnen komen wat er wel en wat er niet kan en/of er misschien wat aan gedaan kan worden om het probleem op te lossen. Ik besloot dus uit ‘wetenschappelijk oogpunt’ deze vis aan te schaffen, zodat ik later onze medeliefhebbers ten dienste zou kunnen zijn met mijn opgedane ervaringen betreffende deze vis, gehouden in een lagere dierenbak. (Ik was natuurlijk alleen maar eigenwijs en wilde de vis gewoon hebben.)

Enfin, de vis verhuisde naar mijn lagere dierenbak en na slechts enkele seconden, geen minuten of uren, maar inderdaad na enkele seconden begon onze hoofdpersoon al te eten. Dat is toch fantastisch nietwaar? (Een zeevis is niet te vergelijken met een zoetwatervis als het gaat om overwennen en het aan het eten krijgen). Maar, ik had nog geen voer in de bak gedaan. In mijn bak, en daar was ik best een heetje trots op, groeiden honderden kleine witte kokerwormpjes. De meeste zee-aquaristen kennen ze wel, die kleine witte kokerwormpjes, die voornamelijk tussen en aan de achterkant van stenen groeien en zo een waar tapijt kunnen vormen. Nu waren ze bij mij, omdat ik regelmatig gericht voerde, tamelijk groot geworden en hadden verschillende exemplaren een kokerlengte van 2 à 3 cm met een doorsnede van bijna een halve cm. Voor deze soort een respectabele afmeting. Ze groeiden zelfs aan de voorkant van de stenen.

U begrijpt het al, van de 310 stuks, ik had ze de dag ervoor nog even geteld, werden het er driehonderdnegen, driehonderdacht, driehonderdzeven enz. Ja, dat was wel even slikken (en dat gold niet alleen voor de vis in kwestie). Ik had ook nog een aantal kleine glasanemoontjes in beheer die waren ontsnapt aan mijn uitroeipogingen. Die verdwenen ook zienderogen evenals mijn borstelwormen, waarvan ik er heel wat had. Dit maakte natuurlijk weer een gedeelte goed. Helaas, de grotere exemplaren werden met rust gelaten. Nu werd ik zo langzamerhand toch wel een beetje bang voor het voortbestaan van mijn overige lagere dieren. In mijn aquarium groeien diverse softkoralen, sterpoliepen, oren, anemonen, ledergorgonen met grote en kleine poliepen en doopvontschelpen en… mijn glasanemoontjes waren nu allemaal geconsumeerd.

Gelukkig had de pincetvis nu ook aardig de smaak te pakken van Artemia, Tubifix en Mysis en krill. Zowel levend als vanuit de diepvries. Deze hapjes bleken of smakelijker te zijn dan de aanwezige lagere dieren of vulden de maag zo goed dat er weinig behoefte bestond aan verder eetgenot. Het nut van die lange spitse bek was nu ook duidelijk geworden. Ook tussen de spleten en in de gaatjes leefden geen kleine borstelwormpjes, glasanemoontjes en kokerwormpjes meer. Tot op de dag van vandaag, nu bijna drie jaar lang, heeft onze pincetvis de overige lagere dieren met rust gelaten en ik durf nu te beweren dat deze vissen, met uitzondering van kokerwormen en glasanemoontjes bij lagere dieren te houden zijn.

De poliepen van mijn gorgoontakken zijn door deze vis met rust gelaten. Nu zegt het gedrag van een enkel exemplaar natuurlijk niet veel. Ik heb dan ook mijn ervaringen met deze vis bekendgemaakt aan de eigenaar van JB De Dierenwinkel in Utrecht die toen ook zo’n pincetvis in zijn grote showbak met lagere dieren liet zwemmen. Ook daar vertoonde de vis dezelfde gedragingen als hierboven omschreven. Door wat navraag hier en daar bij de liefhebbers bleken er veel mensen deze vis met hetzelfde resultaat te houden in een lagere-dierenbak. De Gestreepte Pincetvis is prima solitair te houden en laat de andere aquariumbewoners met rust, ook de op de pincetvis gelijkende vlindervissen worden na wat opgejaagd te zijn weer met rust gelaten. In de natuur (Indische en westelijke Stille Oceaan) leven ze ook solitair en paarsgewijs. Wanneer ze goed eten – en dat doen ze vrij snel wanneer u met levend voer (Mysis) begint – blijken het sterke dieren te zijn die het lang uithouden.

Als u van plan bent om de gestreepte pincetvis aan te schaffen, raad ik wel aan om dit artikel nog eens goed te lezen. U dient er zich bewust van te zijn dat er altijd risico’s blijven voor wat betreft het consumeren van sommige (steen)koraalsoorten en poliepen. De ene vis is nu eenmaal de a ndere niet. Doordat ik zeewaterbakken voor o.a. bedrijven verzorg, ben ik in de gelegenheid ook in die bakken Chelmon rostratus uit te zetten. Inmiddels zwemmen hier en daar al flinke grote jongens zonder problemen tussen de lagere dieren. Overigens, voor de gele pincetvis (Forcipiger flavissimus) geldt in grote lijnen hetzelfde en is mijns inziens net zo veilig bij lagere dieren te houden.

Samengevat

De gestreepte pincetvis (Chelmon rostratus) en de gele pincetvis (Forcipiger flavissimus) zijn vissen die bij lagere dieren gehouden kunnen worden. Er is wel een maar aan verbonden. Kokerwormen en glasanemonen worden zonder pardon geconsumeerd. Dat heeft een voordeel. Ik zet Chelmon regelmatig uit in bakken met een glasanemonenplaag. Chelmon helpt uitstekend de plaag te bestrijden. Genoemde vissen worden in het begin wel door o.a. de gele doktersvis (Zebrosoma flavescens) verjaagd. Dit kan ervoor zorgen dat het wennen aan de bak en voornamelijk het eten worden verhinderd.

Het zijn geen beginnersvissen.
In het begin vaak moeilijk aan het eten te krijgen. Met behulp van levende Mysis is dat meestal geen probleem. Ik zou u aanraden de vis in de quarantainebak eerst enkele dagen te laten eten, zodat ze zijn aangesterkt en gewend zijn aan het voedsel.
Geen problemen met andere vissen.
Temperatuur: plusminus 26° C.
Lengte tot 20 cm.
Ze komen voor op koraalriffen in de Indische en westelijke Stille Oceaan, solitair en paarsgewijs. De dieren zijn territoriaal. In het aquarium is het houden van deze vissen als eenling uitstekend te doen.
Voedsel: vooral in het begin levend voedsel, bijvoorbeeld Mysis en Tubifex. Later wordt diepvriesvoedsel ook geaccepteerd.
De oplossing voor uw glasanemonenplaag.

Gerelateerde artikelen

NBAT Sponsoren

0
    0
    Winkelwagen
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop