Furcifer pardalis, het (of de) panterkameleon is een opmerkelijke hagedis van de vochtig warme gebieden op Madagaskar en een aantal nabijgelegen kleine eilanden. De soort is sedert de jaren tachtig regelmatig ingevoerd en behoort tegenwoordig tot de meest in gevangenschap gehouden en nagekweekte kameleons.
Bij helder weer worden sommige bakken gedeeltelijk blootgesteld aan zon- nestraling. Het grootste terrarium beschikt dan over een temperatuurvariatie van 22 °C onderaan tussen de planten tot
35 °C onder een lamp. In de natuur kan een vergelijkbare variatie van 21 tot 27 graden worden geconstateerd. Als de temperatuur hoog oploopt, openen kameleons de mond om zo gapend tot verdamping en dus afkoeling te komen.
In het decoratieve terrarium heb ik een waterval aangebracht. Hierdoor wordt de relatieve luchtvochtigheid op peil gehouden en de aanblik wordt er door verlevendigd, terwijl op de besproeide stenen het esthetisch aangename Javamos Vesicularia dubyono groeit. Niettemin sproei ik het gehele terrarium enkele malen per dag met gedestilleerd water. Het klimaat op Nosy Be, vanwaar de meeste verhandelde panterkameleons komen, is erg vochtig met 2.000 tot 2.200 mm regen per jaar. Water moet daarom altijd voor de dieren beschikbaar zijn. Kameleons likken druppels van bladeren, maar kunnen ook uit een reservoir drinken. Bij het sproeien richt ik soms een straal direct op hun mond en als de kameleons trek hebben, openen ze de mond en drinken.
Om te kweken zult u allereerst een vrouwtje in het terrarium van de man moeten introduceren. Zodra hij haar in de gaten heeft, zal hij naderbij komen en met de kop knikken. Als het wijfje bereid is, zal ze geen angst of agressie tonen. Opent ze echter haar mond en doet ze een uitval naar de man, dan kan hij zich beter meteen terugtrekken. En is het uiteraard ook beter, dat u de dieren voorlopig weer apart zet.
We moeten tussen haakjes even vaststellen dat kameleons, in tegenstelling tot andere hagedissen, niet in staat zijn hun staart of enig ander lichaamsdeel te regenereren. Kameleons die zich stevig vasthouden en daarbij vaak een nabije tak met de staart omklemmen, zijn moeilijk tot loslaten te bewegen. Door een poging om zo’n dier toch los te trekken kunt u het ernstig beschadigen!
Als alles naar wens gaat, zal het tot paring komen. De copulatie duurt veelal 10 tot 30 minuten. Na een aantal dagen zal het wijfje onverdraagzaam en vreetlustig worden. Dan is het hoog tijd om de dieren apart te zetten, als u dat ten minste al niet direct had gedaan. Een enkele paring is veelal genoeg voor minstens twee bevruchte legsels. Ongeveer een maand (3 tot 6 weken) later wordt het wijfje ongedurig en begint te zoeken naar een geschikte plek om haar eieren te begraven. In natuurlijke omstandigheden zal de diepte ongeveer overeenkomen met de lengte van het dier. Na afzet wordt de uitgegraven holte opgevuld om het legsel te begraven.
Het verdient aanbeveling de eieren in een broedstoof te plaatsen. Als de ruimte van het terrarium dat toelaat, kunt u daar een flinke bak met een laag van minimaal 20 cm vochtige potgrond in zetten. Anders kunt u het wijfje beter tijdig overplaatsen in een speciaal onderkomen, dat al is voorzien van een voldoende grondlaag. U zult het legsel voorzichtig moeten opgraven om het naar de broedstoof over te brengen. Legselgrootte 12 – 46 eieren.
Als broedstoof gebruik ik een in twee etages gebouwde glazen bak met schuin aflopend deksel. Deze bak is helemaal omgeven door isolerend materiaal. Het onderste gedeelte is gevuld met water. Het door metaalgaas afgescheiden bovenste compartiment heeft een laag vermiculiet of perliet. De verhouding is ongeveer twee delen vermiculiet op één deel water. Dat kan soms iets verschillen. Door het hellende deksel kunnen er geen condensdruppels blijven hangen. Als ik meer legsels heb te verzorgen, worden deze apart gehouden in goed gesloten plasticdoosjes. Deze doosjes worden afzonderlijk gesproeid en zijn voorzien van noodzakelijke gegevens. Dat wil zeggen: ouders en legdatum.
Kort voor het uitkomen begint een ei te zweten, het krimpt en er verschijnen vochtdruppels aan de buitenkant. Waarschijnlijk komen haast alle eieren uit en, als u tenminste geen ernstige vergissingen hebt gemaakt, zullen ze zich tot levensvatbare jongen ontwikkelen. Maar laten we even stilstaan bij mogelijke problemen opdat we die, goed voorbereid, kunnen voorkomen.
Het kan gebeuren dat ogenschijnlijk levenskrachtige eieren, geproduceerd door gezonde ouders, na langdurig verblijf in de broedstoof toch volledig ontwikkeld binnen de eischaal blijven. Dat blijken helaas dode jongen met onvolkomen ontwikkeld skelet te zijn. Klaarblijkelijk is voldoende opneming van calcium uit dooier en eischaal achterwege gebleven, maar waarom of waardoor? Misschien is bij het moederdier een antwoord te vinden.
Hetzelfde probleem is ongeveer tien jaar geleden (1995) vastgesteld en onderzocht bij kippenkuikens. Een hen die aan hypovitaminose D lijdt, zal eieren met een tekort aan vitamine D leggen. Een vorm van vitamine D is verantwoordelijk voor het vermogen om calcium op te nemen. Zowel pluimveehouders als reptielverzorgers hebben met dit probleem te maken.
Reptielen verkrijgen de noodzakelijke vitamine D op twee manieren, namelijk via het voedsel en door fotobiosynthese via uv-b in de zonnestraling. Terrariumdieren die met het voedsel geen extra vitaminen en mineralen toegediend krijgen en evenmin enige uv-straling ontvangen, zullen naar alle waarschijnlijkheid aan hypovitaminose (= gebrek) gaan lijden.
Er moet een evenwicht zijn tussen voedselvitaminen en met de zon ontvangen uv-b straling, maar wat die verhouding is, lijkt per soort te verschillen en is nog nauwelijks onderzocht. Het is kennelijk de beste beslissing om kameleons de gelegenheid te geven zoveel mogelijk natuurlijk zonlicht te ontvangen, zodat ze zelf enigszins aan temperatuurregulatie kunnen doen. Maar dan moeten we ons er wel van bewust zijn, dat ‘s winters op onze breedtegraden natuurlijke straling zelfs kan ontbreken.
Het gemiddelde gewicht van een borelingetje is ongeveer een half gram. Het grootbrengen van de jongen is niet moeilijk. Het valt aan te bevelen enige maanden een omgevingstemperatuur van 25 °C te handhaven en vervolgens de temperatuur te laten oplopen tot 28 graden. Onder optimale omstandigheden zullen de dieren na ongeveer een halfjaar geslachtsrijp zijn, hoewel de mannen hun volwassen kleur pas na een jaar ontwikkelen.
Een lang leven
Een van mijn dieren verrast me elke dag weer. Het is in 1997 met een geschatte leeftijd van twee jaar uit de natuur meegenomen. Het moet nu dus meer dan acht jaar oud zijn. Een interessant gegeven voor de betreffende soort. Voor de meeste kameleons wordt de levensduur gesteld op 3 – 5 jaar. Er is een door Henkel & Heinecke opgestelde, aan afmetingen gerelateerde schaal:
Kleine soorten zouden in gevangenschap 2,5 jaar kunnen leven, soorten met een gemiddeld formaat 4 à 5 jaar en grote soorten tot 10 jaar.
Hoewel men soms verneemt, dat panterkameleons lang kunnen leven, wordt voor F. pardalis in een kort artikel uit 1998 (Anmerkungen über die Lebenserwartung von Chamäleons) een levensverwachting van ongeveer vier jaar gegeven. Dat is geen verrassend gegeven, omdat men ook in eerdere en latere publicaties vergelijkbare gegevens kan vinden.
Iedere morgen werp ik dus allereerst mijn behoedzame blik in het terrarium van dit oudje. Ook na een lang leven toont dit dier nog geen tekenen van falende gezondheid.