Toen Sphaerichthys osphromenoïdes zich in 1994 bij mij voor het eerst voortplantte, was dat een toevalskweek. In mijn artikel in Het Aquarium van december 1996 sprak ik de hoop uit ooit nog eens een recept te kunnen presenteren. In dit artikel doe ik een poging.
In de jaren 2001 tot 2003 ben ik opnieuw serieus met het kweken van choco’s begonnen en had toen ook verschillende nesten. Uiteindelijk zijn ruim 40 jongen groot geworden. Een groot deel heb ik verkocht, een klein aantal dieren heb ik zelf een aantal jaren gehouden. De nakweek kwam uit een stel, dat in een periode van 2 maanden zo eens in de 2, 3 weken afzette. De vissen die ik bij De Maanvis in Nijmegen had gekocht, waren kerngezond. In deze winkel worden ze altijd een aantal weken in quarantaine gehouden en uit voorzorg behandeld met een combinatie van medicijnen.
Tip 1: Koop altijd gezonde vissen
Choco’s zijn levendig en niet schuw. De vinnen mogen absoluut niet geknepen zijn. Ga rustig voor een winkelbak zitten en onderzoek ze intensief. Plekjes op de huid of troebele ogen zijn een reden om van de aankoop af te zien. Evenals schuren aan planten of kienhout. Kijk ook goed of ze geen (peper)stip hebben. Daar zijn ze heel gevoelig voor. Als de vissen niet helemaal gezond zijn, koop ze dan niet. Wijs de handelaar op eventuele ziekten en zeg dat je graag terugkomt als ze weer gezond zijn.
De vissen kwamen in een bakje van 60-30-30 cm, waarin langdurig over actieve turfgranulaat was gefilterd. In deze bak had ik al geruime tijd geen vissen meer zitten. Waterwaarden: pH 5, KH 0-1, GH 4, temperatuur 24/25 °C. Nitriet en nitraat waren niet te meten. De bak was achter en aan de randen dicht beplant met onder andere (snel groeiende) vaantjesplanten en Najas indica. De bak had voor een deel een vrije zwemruimte. De bodem had ik bedekt met zwart grind. Aan de waterspiegel dreven de nodige drijfplanten. Op de dag dat ze in deze bak kwamen, begonnen ze te baltsen.
Tip 2: Zet choco’s altijd op een verlaagde pH van minstens 6
Dit heb ik verkregen door filtering over actieve turf. Hoge nitraatwaarden (vanaf 25 mg per liter) worden slecht verdragen. Nitriet mag in geen enkel aquarium voorkomen. Goed beplante bakken (met voldoende open zwemruimte), passend voeren, een buitenfilter met turfgranulaat en weinig vissen in een bak zijn de factoren, die de waterkwaliteit gunstig beïnvloeden. Mijn aanvankelijke opvatting, dat je choco’s op neutraal water kunt houden, verlaat ik hiermee. De vissen doen het echt het beste op zuur water en planten zich dan ook voort.
Al gauw bleek een van de mannen dominant te zijn en een oogje te hebben op een bepaalde vrouw. (Bij choco’s is de partnerkeuze een factor van belang.) De andere dames werden genegeerd en de andere mannen kwamen er al helemaal niet aan te pas. Dat was het moment om de andere vissen te verwijderen. (Ik heb ook weleens het baltsende stel overgezet in een bak met hetzelfde water.)
Tip 3: Koop altijd minstens zes exemplaren
Hoewel de choco natuurlijk geen scholenvis is, voelen ze zich goed in een groepje. Als ze gezond zijn, in goed water zitten en goed gevoerd worden, neemt een van de mannen een dominante positie in (alfa-man). Partnerkeus speelt een belangrijke rol bij choco’s. Ik heb vaak meegemaakt, dat bereidwillige vrouwtjes werden genegeerd en de dominante man een voorkeur had voor een ander wijfje, dat nauwelijks interesse had.
Nadat ik de andere vissen had verwijderd, begonnen de schijnparingen; die kunnen soms wel weken aanhouden. Ik voerde de vissen met witte muggenlarven (levend en diepvries), af en toe een paar (letterlijk) rode muggenlarven, hoogwaardig droogvoer, Cyclops, kleine fruitvliegen en Artemia (vers en diepvries). Het is belangrijk om de vissen terughoudend, maar wel afwisselend te voeren. Af en toe een dagje geen eten doet de dieren zichtbaar goed. Dagelijks veel voeren gaat ten koste van de gezondheid, omdat de dieren graag veel eten en daardoor snel vervetten.
Tip 4: Geef aandacht aan voer
Choco’s zijn goede eters, die je goed moet voeren. Goed voeren betekent vooral voldoende. Ik houd ze meestal kort en ga bij baltsgedrag meer voeren. Kort voor de afzetting (als de vissen steeds vaker om elkaar heen gaan draaien) sla ik vaak een dagje over. Levende Artemia geven een duidelijke stimulans om af te zetten. Rode muggenlarven zijn net als Tubifex niet goed voor choco’s, omdat ze tot darmproblemen kunnen leiden. Van de rode mug mag je hooguit eens in de 14 dagen een heel klein beetje geven.
In de (winter)maanden die volgden, zetten de vissen om de 2/3 weken af. Lang niet alle nesten werden uitgedragen. Ik heb regelmatig de man weggehaald, omdat die de vrouw probeerde over te halen om opnieuw te paren. Als ik de man erbij liet, voerde ik zeer terughoudend om hem niet te veel in de stemming te brengen.
In april was het afgelopen met baltsen en hebben ze tot de volgende winter niet meer afgezet.
Geslaagde kweekpoging 2006
Op 8 januari 2006 kocht ik bij dierenspeciaalzaak Alberts in Maarssenbroek acht choco’s. Ze waren kerngezond, nog niet zo groot. Ik zette ze in een bakje van 60 x 30 x 30 cm met daarin alleen een aantal Betta livida. Al na een paar dagen ontpopte de alfa-man zich. En hoe! Het snel gevormde stel heb ik overgezet in een andere 60 x 30 x 30 met daarin hetzelfde water. Na 2 dagen was het raak. Maar na 3 dagen was de strot weer leeg; ze moest er nog even inkomen.
Op 23 januari werd er opnieuw afgezet. De (kleine) vrouw zat met een hele volle keel en trok zich terug op de bodem, soms tussen de planten. Ik had besloten om het stel bij elkaar te laten en te observeren wat er gebeurde. De man liet de vrouw met rust, op sommige momenten na. Dan viel hij haar echt lastig, maar zij ‘beet’ flink van zich af. Aan haar trage bewegingen en lage activiteitenniveau kon ik zien dat de kans op doorbroeden dit keer groot was. En inderdaad: na 5 dagen broedde ze nog steeds.
Exact 14 dagen later, op 6 februari 2006, liet ze de jongen los. In de ochtend zag ik haar plotseling heel actief worden. Maar ook de man roerde zich; hij zwom steeds heel dicht naast de ‘bevallende’ vrouw en leek haar lastig te vallen. Even later zag ik de eerste jongen tussen de drijfplanten zitten. En terwijl ik ze zat te observeren, zag ik hoe de man zich langzaam in de richting van een der jongen bewoog en toen als een pijl uit de boog op het jong afschoot… en het opvrat! Ik stond perplex: dit had ik nooit van verwacht van de meestal zo vreedzame choco. Uiteraard heb ik de man onmiddellijk verwijderd. In de loop van de dag werden de resterende jongen losgelaten. De vrouw heb ik laten zitten, omdat chocovrouwen bij mijn weten nooit jongen lastigvallen.
Tip 5: Verwijder de man na een afzetting
Mannelijke choco’s gedragen zich verschillend tegenover een broedende vrouw en broedende vrouwen reageren verschillend op een man. Daarom is het aan te raden de man na de afzetting te verwijderen.
De moeder heb ik vervolgens bij de circa 14/16 jongen laten zitten. Ik wilde uitproberen of ze dan beter zouden groeien. Jonge choco’s groeien namelijk erg langzaam. Ik heb haar de eerste dag een beetje droogvoer en later wat witte muggenlarven gegeven. Ze heeft natuurlijk 14 dagen niet gegeten en de maag moet weer op gang komen. Na een week zag ik haar boven in de hoek van de bak zitten met een opgezwollen buikpartij. Een paar dagen later was ze dood. Eric Naus, de voorzitter van de NVL (Nederlandse Vereniging voor Labyrintvissen), opperde dat het droogvoer weleens funest kan zijn geweest, omdat dat soms verstoppingen veroorzaakt.
Intussen verloor ik in de andere bak twee volwassen choco’s. Doodsoorzaak onbekend. Ze zonderden zich af, raakten regelmatig van kleur en legden vervolgens het loodje. De twee overgebleven vissen zijn een man en een vrouw, maar er is geen enkel baltsgedrag te bekennen. Wel jaagt de man de vrouw regelmatig op; hij is duidelijk niet van haar gediend.
Water
Met de jongen, die zonder andere vissen in de afzetbak zitten, ging het lange tijd fantastisch. Voorheen deed ik kort na het afzetten een waterwissel om zo de pH iets te verhogen. Dat heb ik dit keer niet gedaan. Eens in de week ververs ik circa 10 procent met regenwater of geprepareerd leidingwater. Hiervoor gebruik ik een ‘Britafilter’, dat verkocht wordt aan mensen, die hun leidingwater willen filteren. Het water komt er zachtzuur (pH 6) uit. Ik hang de filterkappen in de bovenopening van de lichtkap en giet telkens bij met op temperatuur gebracht water. Onder de rustige stroompjes hoor je de jonge choco’s bijna kirren van plezier. Ze verzamelen zich steeds in de buurt van de straaltjes en zwemmen er dan af en toe doorheen; een fantastisch gezicht. Uit hygiëneoverwegingen houd ik in mijn meeste bakken ‘oude slakken’ (die ik al vele generaties heb), die de boel keurig schoonhouden en geen infectiegevaar opleveren.
Voedsel
Het voer voor de baby’s is uiteraard een ander essentieel aandachtspunt. Ik ben begonnen met verse Artemia en wat Cyclops, die ik uit emmers in mijn tuin onder een ijslaag vandaan haalde! Na ruim 2 weken accepteerden ze ook fijn doorvoer (granulaat). Ik voer altijd zoveel als ze aankunnen en zo mogelijk een aantal keren per dag. Ook microwormen werden gaarne gegeten. Zo probeerde ik het voedselaanbod zo gevarieerd mogelijk te houden. En toen er in mei zwarte muggenlarven in de regenton verschenen, kregen ze die ook; vooral de kleine larfjes werden zeer graag gegeten.
Zoals bij alle jongen van labyrintvissen lopen de onderlinge lengtes flink uiteen. Terwijl sommige jongen al helemaal de vorm van de volwassenen hebben aangenomen, hebben andere zich nog niet eens in de hoogte ontwikkeld. Jonge choco’s zijn levendig en ondernemend en komen meteen naar voren als de klep opengaat, soms zelfs al als ik de kamer binnenkom.
Zoals gezegd, zijn gezonde choco’s niet schuw en zelfs een beetje vrijpostig. Dat de jongen ook zo zijn, wijst op gezond jongbroed.
Tip 6: Voer de jongen gevarieerd en houd de pH laag
Zuurwatervissen, zoals choco’s, worden beschermd door turf. Dit zou namelijk bepaalde (ziekteverwekkende) bacteriën buiten de bak houden. Voorheen verhoogde ik de pH om te voorkomen dat voedseldieren afsterven, maar dat is eigenlijk onzin. Jonge choco’s eten geen infusoriën, omdat ze daar te groot voor worden ‘geboren’. Turf beschermt ze vermoedelijk tegen bedreigende bacteriën. Ik kan dat niet wetenschappelijk staven. Maar het is wel zo, dat mijn jongen het perfect doen en ook goed groeien.
Chocoladegoerami’s zijn (voor veel mensen) aantrekkelijke vissen. Dat komt natuurljk door het bijzondere uiterlijk, maar ook door hun gedrag. In de Engelse vertaling van het standaardwerk Bettas, gouramis and other anabantoids (1986) schreef Jörg Vierke lovende woorden over mijn nog immer favoriete labyrintvis: ‘These magnificent fish are among the most gentle of all aquarium fishes.’
Wie meer wil weten over labyrintvissen kan terecht op de site van de NVL.