Limia perugiae

Hoewel er een aantal levendbarenden zijn, die tot de bekendste aquariumvissen behoren – de gup, black molly, zwaarddrager en niet te vergeten de platy – zijn er tientallen min of meer onbekende levendbarende soorten, die uitermate geschikt zijn voor het gezelschapsaquarium, maar die de meeste liefhebbers toch niet kennen.

Uit de Dominicaanse Republiek

Een van die onbekende visjes is Limia perugiae, een levendbarende uit de Dominicaanse Republiek. Eigenlijk is die onbekendheid onbegrijpelijk, want het is een interessante en – zeker wat het mannetje betreft – een prachtige vis. Limia perugiae is genoemd naar dr. Albert Perugia. Synoniemen voor dit visje zijn onder andere Platypoecilus perugiae en Poecilia melanotnotata. Limia perugiae is endemisch in de Dominicaanse Republiek en wordt daar op veel plaatsen gevonden in gezelschap van onder andere Gambusia hispaniola en Poecilia reticulata. Bekende vind- en vangplaatsen zijn Lago Enriquillo en een aantal poeltjes in de buurt van het stadje Galvàn. De gemeten waterwaarden in de vanggebieden liggen alle in het licht alkalische bereik (pH 7,3 tot ongeveer 9,0) met een hardheid van KH 8 tot KH 11 en GH 8 tot GH 13. De gemiddelde watertemperatuur ligt overdag op zo’n 27° C.

Geslachtsonderscheid

een duidelijk geslachtsonderscheid is natuurlijk te zien aan het gonopodium bij de mannetjes. De vrouwtjes van Limia perugiae zien er als echte limia’s uit: het bekende limiavlekje op het rugvinnetje en verder vrij kleurloze vinnen. Bij sommige vrouwtjes kleurt het staartvinnetje geel als ze wat ouder worden. Het lijfje is grijsbruin met een lengtestreep, die opgebouwd is uit kleine dwarsstreepjes. Ze kunnen zo’n 8 cm lang worden. De mannetjes blijven ongeveer 1,5 cm kleiner en zijn verschillend van kleur: een bruingrijze ondergrond met daarop kleine, zilveren of turkooizen iriserende spatjes, die tijdens de balts een spectaculair schouwspel te zien geven. Het rugvinnetje is donker gekleurd en hoger dan van de vrouwtjes. Ook zijn de staartvinnetjes van de diverse mannetjes verschillend: van flets oranje tot heldergeel, al dan niet zwart omzoomd.

 Limia perugiae, een prachtig gekleurd mannetje (foto Frans Maas) Limia perugiae, een prachtig gekleurd mannetje (foto Frans Maas)

In het aquarium

In het aquarium levert het houden van L. perugiae geen enkel probleem op. Hoewel ze zich de kaas niet van het brood laten eten, zijn ze redelijk ver- draagzaam tegen andere soorten. Ook tegenover elkaar is er weinig agressiviteit te bespeuren. In een gezelschapsbak is een groepje van drie mannen en vier of vijf vrouwtjes een mooie combinatie. Alle soorten voer worden met graagte genomen en ook aan de watersamenstelling worden geen eisen gesteld. Hoewel ze in de natuur in warmer water gevonden worden, gedijen ze (een aquariumstam) bij een temperatuur van 24° C goed.

Interessant baltsgedrag

Limia perugiae, paartjeLimia perugiae, paartjeHet aantrekkelijke van dit visje is de balts. We kennen van veel levendbarenden het eindeloze achtervolgen van het vrouwtje, teneinde een paring te bewerkstellingen. Een goed voorbeeld daarvan is Girardinus metallicus, waarvan de mannetjes met niet aflatende ijver de vrouwtjes urenlang kunnen achtervolgen. Het L. perugiae-mannetje daarentegen maakt van het baltsen veel werk. Hij dartelt en vlindert om het vrouwtje, vinnen gespreid, en pronkt daarbij met z’n felste kleuren. Soms wel tien rondjes om haar heen draaiend alvorens een poging tot paren te ondernemen. Een prachtig en interessant schouwspel, dat het houden en het instandhouden van deze soort de moeite waard maakt.

Voortplanting

Het kweken met Limia perugiae is niet moeilijk. Wat betreft de draagtijd, kan men het niet eens worden: er wordt in de literatuur gesproken over een draagtijd van 24 dagen, maar ook over een draagtijd van 42 dagen. Ik heb bij jonge, volwassen vrouwtjes (aquariumstam) een gemiddelde draagtijd vast kunnen stellen van 31 dagen (bij een temperatuur van 24° C).
In sommige artikelen wordt beweerd, dat de ouderdieren de pasgeboren jongen met rust zouden laten. Ondanks voldoende en gevarieerde voeding achtervolgen ‘mijn’ Limia perugiae’s alles wat eetbaat lijkt. Bovendien geeft het opkweken van de jongen in een aparte bak mijn inziens een beter resultaat.
Limia perugiae, vrouwtjeLimia perugiae, vrouwtjeHoewel pas uitgekomen pekelkreeftjes over het algemeen te boek staan als het beste beginvoer voor pasgeboren levendbarenden, geldt dit naar mijn mening niet voor jonge Limia perugiae’s. Om optimale groei te bewerkstelligen en uitval zoveel mogelijk te beperken is een combinatie van stof(sloot)voer/zelf gekweekte infusie en pas uitgekomen pekelkreeftjes beter. Het is namelijk gebleken, dat er in ieder nestje een flink aantal jongen is, dat de eerste dagen na de geboorte geen pekelkreeftjes of microwormen (kan) eten. Infusie is dan een ideaal voer om die eerste dagen te overbruggen. In tegenstelling tot vele pasgeboren levendbarenden is deze soort ook nogal kieskeurig als het droog- voer betreft. Zelfs het speciale microdroogvoer voor jonge vis wordt niet graag genomen. In een wat later stadium is echter droogvoer geen enkel probleem meer. Het regelmatig voeren van (de juiste maat) levend slootvoer levert overigens zichtbaar goede resultaten op. Verder zijn de gebruikelijke handelingen zoals water verversen, selecteren etc. ook bij het opkweken van deze soort van toepassing.

Probleemloos in de gezelschapsbak

In een ‘showbak’ misstaat Limia perugiae zeker niet. Ze laten hun medebewoners en planten met rust en – zoals gezegd – zijn het gemakkelijke kostgangers. Door het interessante baltsgedrag, waardoor de mooie kleuren van de mannetjes geaccentueerd worden, trekt dit visje de aandacht en voegt waarde toe aan een mooi beplant aquarium. Al met al dus een levendbarende, die de aandacht zeker waard is.

Gerelateerde artikelen

NBAT Sponsoren

0
    0
    Winkelwagen
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop