Passie voor grassen

Ongetwijfeld hebt u ook wel als tuin- of vijverliefhebber een plantensoort, waarnaar uw voorkeur uitgaat. Het kan natuurlijk ook zo zijn, dat u uit de vele contrasterende vormen en kleuren van de planten, die vandaag de dag worden aangeboden, geen echte keus kunt maken, welke plant nu precies wel of niet uw voorkeur heeft.

M. floridulus als solitair op de achtergrond bij een grote vijver.M. floridulus als solitair op de achtergrond bij een grote vijver.Vele soorten heesters en vaste planten, waaronder o.a. Hosta’s, varens, daglelies, Astilbes enz. zijn bijzonder fraai voor de vijvertuin en met al die uiteenlopende vormen en kleuren kunnen wij precies, zoals in het gezelschapsaquarium, de prachtige, contrasterende effecten ook rond de vijver bereiken en is het niet altijd even gemakkelijk om te zeggen ‘dat is nu de plant, die mijn voorkeur heeft’. Toch is er een groep planten, die voor mij net even boven alle andere plantensoorten uitsteekt en dat zijn de siergrassen.

De familie van de grassen (Gramineae) kent rond 10.000 soorten, waarvan sommige slechts enkele centimeters groot worden, maar er zijn er ook, die enkele meters hoog worden. Daarbij komen nog een heleboel planten, die in de handel als siergras worden aangeboden, maar geen echte grassen zijn, zoals russen, zeggen, biezen of cypergrassen. We kunnen de grassen ruwweg verdelen in éénjarige en overblijvende soorten en in kruidachtige en houtachtige gewassen, zoals de ook in de winter groenblijvende bamboesoorten.

M. sinensis 'Silberfeder' wordt twee meter hoog en vormt een fraaie bos met zilverwitte pluimen, die bloeien vanaf augustus tot oktober.M. sinensis ‘Silberfeder’  wordt twee    meter hoog en vormt een        fraaie bos met zilverwitte pluimen, die bloeien vanaf augustus tot oktober.Siergrassen passen in elke tuin. Er zijn laagblijvende soorten, zoals de zwenkgrassen van het geslacht Festuca, die met hun vele kleurschakeringen van hemelsblauw tot donkergroen een geheel eigen accent aan de plantenborder of heidetuin geven. Andere doen het weer goed in combinatie met bepaalde planten, terwijl er soorten zijn ,die het meeste tot hun recht komen als ze als solitair worden geplant.
In dit artikel wil ik het uitsluitend hebben over de soorten, waarmee ik in de loop der jaren zelf in mijn tuin heb geëxperimenteerd en waarvan ik er tot op de dag van vandaag nog enkele soorten heb staan.
Ik begin met het geslacht Miscanthus. Van dit geslacht bestaan er verschillende soorten en één daarvan is Miscanthus sinensis en hiervan zijn weer enkele schitterende cultivars. Miscanthus zijn grassen, die wel enigszins lijken op ons inheemse riet. Ze worden daarom wel Chinees riet genoemd. Miscanthus floridulus (voorheen M. giganteus of M. japonicus) wordt wel drie meter hoog met kaarsrechte rietachtige stengels en is ideaal om een minder aantrekkelijk uitzicht te camoufleren of om als hoge achtergrond bij een grote vijver toe te passen. Sommige niet erg deskundige bedrijven bieden deze plant aan als bamboe of bamboeriet en vermelden er dan ook nog bij, dat deze plant in de winter groen blijft en goed is te gebruiken als heg. Miscanthus-soorten sterven helaas in de winter allemaal af. Daarom is het goed om hem voor de winter af te knippen om te voorkomen, dat dode bladeren door de hele tuin gaan waaien. Vele jaren geleden heb ik dit reuzenriet achter in de tuin gehad, maar nadat hij eigenlijk veel te groot werd, probeerde ik hem in het voorjaar te scheuren. Maar dat valt met deze plant om de drommel niet mee. Ze hebben een zeer dicht en keihard wortelgestel, dat alleen met grof geweld, bijvoorbeeld met een bijl, te splitsen is.

Het lampenpoetsergras heeft purperkleurige tot roodachtige bloeiwijzen, die lijken op lampenpoetsers of flessenborstels.Het lampenpoetsergras heeft purperkleurige tot roodachtige bloeiwijzen, die lijken op lampenpoetsers of flessenborstels.Voor de gemiddelde tuin is de beste keus M. sinensis, waarvan er – zoals ik reeds heb opgemerkt – mooie cultivars zijn. Eén daarvan is M. sinensis ‘Silberfeder’, die ongeveer twee meter hoog wordt en uitgroeit tot een stevige bos met prachtige, zilverwitte pluimen, die glanzen in de zon. Eveneens een fraaie soort is M. sinensis ‘Strictus’ (prachtriet) met overdwars geelgestreepte bladeren, doch deze plant bloeit zelden of in het geheel niet. Miscanthus-soorten staan het liefst enigszins vochtig in gewone, goede tuingrond. Een andere wel tot tweeëeenhalve meter hoog groeiende grassoort is het nagenoeg door iedereen bekende pampasgras (Cortaderia selloana). Deze prachtige solitair met zijn zilverwitte, vederachtige pluimen, die wel 75 cm lang kunnen worden, is als elegant siergras uit vele tuinen niet meer weg te denken. In Engeland heb ik deze plant in de droge oevers langs grote vijvers als solitair zien staan, maar ook als blikvangers in grote plantenborders. Naast de witbloeiende rassen zijn er cultivars, die roze bloeien.
De volgende groep siergrassen, vanouds geliefd vanwege zijn schitterende bloeiarens, is het lampenpoetsergras (Pennisetum). De op de foto getoonde soort wordt 60 tot 80 cm hoog.

Enkele jaren geleden kocht ik een vrij onbekende grassoort met de mooie naam Chasmanthium latifolium. Deze plant wordt ook wel Uniola latifolia genoemd. Hij vormt een dichte pol en wordt maximaal 90 cm hoog. Met     zijn flinterdunne, platte aartjes is het werkelijk een sieraad in de tuin. Hij staat al jaren langs de rand van onze koivijver. In de winter worden de bladeren bruin, maar die laten na enige tijd gemakkelijk los en dan kunnen we hem maar beter tot de grond afknippen. Een volgende soort, waarvan ik drie pollen heb staan is het pijpenstrootje (Molinia arundinacea). Ook deze soort heeft aantrekkelijke aren, maar sterft ook in de winter geheel af.    Naast de hier genoemde soorten zijn er nog vele aantrekkelijke siergrassen, die mooi in uw vijvertuin passen.

Een niet zo bekende grassoort is Chasmanthium latifolium, een werkelijk fraaie plant.Een niet zo bekende grassoort is Chasmanthium    latifolium, een        werkelijk fraaie             plant.Bamboe

Ook tot de grasachtigen behoren de prachtige, groenblijvende bamboes. Vroeger was bamboe in onze streken vrijwel een onbekend gewas. De laatste jaren is daar snel verandering in gekomen. Tegenwoordig komen we bamboe tegen in vele particuliere tuinen, parken, tuincentra en speciale kwekerijen. Momenteel zijn er ongeveer 100 geslachten met meer dan 1000 soorten en rassen bekend. Bamboes laten zich uitstekend combineren met andere gewassen in onze tuinen.
Normale winters zullen voor deze exotische planten geen probleem opleveren en ijzel, rijp en sneeuw voegen aan de groenblijvende bamboe een extra dimensie toe. Wie eenmaal de schoonheid van bamboe heeft ontdekt, zal er werkelijk door worden gefascineerd. In 1990 kreeg ik van een tuinman ,die verantwoordelijk was voor het bijhouden van een heemtuin, twee mooie pollen bamboe. De ene soort was van het geslacht Phyllostachys en wel de soort Phyllostachys aurea (aureus betekent goudgeel). Dit is een middelgrote, dichtbebladerde bamboe, die van oorsprong afkomstig is uit China. Het blad is frisgroen, 6 tot 12 cm lang en 1 tot 1,5 cm breed. Het is wel zaak, dat we de plant proberen in toom te houden, want hij heeft kruipende rhizomen. De tweede pol was van het geslacht Sasa. Van dit geslacht zijn er nogal wat soorten en het is daarom niet eenvoudig de soort precies te determineren. Na enkele jaren was deze bamboesoort langs mijn koivijver ongeveer tweeëneenhalve meter hoog geworden en uitgegroeid tot een dicht bos, waarvan de bladeren zo’n 25 cm lang en vijf cm breed waren. Vanwege de sterk kruipende en talrijke rhizomen moeten we deze bamboe in een kuip ingraven en zeker als we hem langs de vijverrand zetten, moet de vijverfolie worden beschermd. Ik had een plastic golfplaat wel een meter diep langs de vijverrand ingegraven, maar aan de kant langs een paadje en naar de overige beplanting van de tuin had ik de bamboe niet afgeschermd, omdat ik niet wist, dat het zo’n enorme woekeraar was.

In het begin had ik twee Cypriofilters staan. De ene stond achter een rododendron en het tweede filter achter een dichte struik bamboe van het geslacht Fargesia. Op een morgen zag ik, dat er geen water meer uit de afvoer van een filter kwam en verwonderd vroeg ik me af waarom het ene filter wel liep en het andere niet. Om kort te gaan, het bleek, dat de wortels van deze bamboe dwars door de afvoerslang van het filter waren gegroeid en dat de slang vol met kleine haarworteltjes zat.

In 1994 stonden er drie soorten bamboes in onze tuin: aan het eind van de vijver stond Phyllostachys, aan de rand Sasa en geheel links Fargesia murielae; deze bamboe is nu nog aanwezig en vormt een dichte pol - hij woekert niet.In 1994 stonden er       drie soorten bamboes    in onze tuin: aan het   eind van de vijver     stond Phyllostachys,   aan de rand Sasa en geheel links Fargesia murielae; deze bamboe  is nu nog aanwezig en vormt een dichte pol ,    hij woekert niet.Gelukkig zag ik het op tijd, want het water liep door de lekkende slang niet naar de vijver, maar de grond in. Hieruit blijkt, dat we erg moeten oppassen, welk geslacht we kiezen.
Zoals ik reeds heb vermeld, had ik ook een mooie struik bamboe verder van de vijver staan van het geslacht Fargesia. Het is de soort Fargesia murielae( synoniem Sinarundinaria murielae). Tot dit geslacht behoren middelhoge, polvormige bamboes met dunne stengels, die dicht opeen staan. Ze hebben geen kruipend rhizoom, maar vormen zeer korte, ondergrondse uitlopers. Hierdoor kunnen we hem bijvoorbeeld tussen een rijtje rotsstenen neerzetten en daartussen wordt hij steeds dichter en zal niet woekeren, zoals de hiervoor genoemde soorten. De bladeren zijn klein: zes tot negen cm en één cm breed en zo talrijk dat de buitenste stengels sterk overhangen. Deze soorten zijn uitermate geschikt in combinatie met breedbladige planten, zoals hosta’s.

Degenen, die geïnteresseerd zijn in bamboe, raad ik aan een van de twee boeken aan te schaffen, die vermeld staan aan het einde van dit artikel. Vooral het boek Bamboe, een verrassende plant in uw tuin is zeer boeiend om te lezen. Wat er allemaal van bamboe wordt gemaakt, is werkelijk ongelooflijk. Wist u bijvoorbeeld, dat in 1881 de verkoolde vezel van Phyllostachys bambusoides werd gebruikt als gloeidraad voor Thomas Edison’s gloeilamp en dat in China een ruim duizend jaar oude bamboehangbrug van 230 meter lang nog steeds in gebruik is? U leest er alles over in onderstaande boeken.

Gerelateerde artikelen

NBAT Sponsoren

0
    0
    Winkelwagen
    Winkelwagen is leegTerug naar webshop