Levendbarende vissen worden maar weinig gehouden in de showbakken van gevorderde aquariumliefhebbers. Begrijpelijk als we weten, dat de bekendste levendbarenden buitengewoon productief zijn. Het aantal dat je in je aquarium hebt, heb je niet goed in de hand. Bij de bekende en minder bekende levendbarenden zijn echter vele soorten, die de moeite waard zijn, hetzij in een gezelschapsaquarium, hetzij in een speciaalbakje. In de serie Portretten van levendbarenden komt steeds een levendbarende voor het voetlicht. Er zullen uitsluitend soorten worden beschreven die ook daadwerkelijk binnen de AV Natuurvrienden Zwolle worden gehouden. In deze aflevering gaat het over Priapella intermedia.
Nu eens een echte scholenvis onder de levendbarenden. Priapella is een vis met oplichtende ogen. De vrouwtjes worden 6 cm lang. De mannetjes 4, soms 5 cm. Met zijn schoolgedrag en oplichtende ogen is het een opvallende vis in het aquarium. We moeten deze vis dan ook nooit paarsgewijs houden. Dan voelen ze zich niet op hun gemak. Ze planten zich dan ook vrijwel niet voort.
Lange tijd gold dit als een moeilijk te houden en te kweken vis. Nu priapella’s inmiddels enkele tientallen jaren gehouden worden, is wel duidelijk, dat het beslist geen overmatig moeilijk te houden vis is als we maar met een paar eisen rekening houden.
Eerst is het goed om iets te weten over de omstandigheden, waarin ze leven. Ze komen uit het tropische deel van Mexico. Ze leven daar in rivieren met weinig plantengroei en weinig voedseldiertjes in het water. Ze leven in de natuur vooral van insecten, die ze springend uit het water vangen. Het zou ideaal zijn als we ze regelmatig fruitvliegjes kunnen geven. Noodzakelijk is dat niet. Afwisselend, levend voer is wel een noodzaak voor hun welzijn. Dan kan ook heel goed diepvriesvoer zijn. Ter afwisseling kan best af en toe droogvoer worden gegeven.
Priapella’s hebben veel ruimte nodig. Houd ze in een bak van minstens 1 meter lang en wees niet te zuinig met de aantallen. Deze vis is pas echt mooi in een groep van 15 tot 20 dieren. In een niet te druk gezelschap zullen ze regelmatig jongen krijgen. Ze krijgen maar ongeveer tien jongen per keer. Die zijn dan al wel 1 centimeter groot. De ouders laten hun jongen met rust, zeker als er wat drijfgroen voor ze beschikbaar is.
Anders is dat met Priapella olmeca. Een vis, die bijzonder veel op intermedia lijkt. Olmeca’s zijn iets kleuriger in de vinnen. Deze soort maakt echter fel jacht op zijn jongen. Als u hiervan wat over wilt houden, zult u ze beslist moeten uitvangen en apart opfokken.
In druk gezelschap of als de bak overbevolkt is, zult u niet of nauwelijks jongen van uw priapella’s krijgen. In de natuur komen priapella’s voor met zwaarddragers. In het aquarium is dat ook een prachtige combinatie. Voorwaarde is dan wel het aantal zwaarddragers in toom te houden (een volwassen zwaarddrager is heel moeilijk uit te vangen) en met een uitgesproken grote bak te werken. Anders zullen de drukke zwaarddragers de priapella’s wat wegdrukken en krijgt u zeker geen jongen. In zo’n grote bak kunt u bijvoorbeeld nog een groep Corydoras plaatsen en wellicht een koppel cichliden, bijvoorbeeld de zebracichlide of de vuurkeelcichlide.
Plaatselijk wat stroming in de bak zullen priapella’s zeer waarderen en uit het feit dat ze in rivieren leven kunt u afleiden, dat een regelmatige waterwissel (wekelijks of tweewekelijks een kwart tot eenderde) zeker gewaardeerd wordt. Dat kan overigens gewoon leidingwater zijn. Met een temperatuur rond de 25 °C passen ze in menig gezelschapsaquarium met neutraal tot licht alkalisch water.