Op 10 april 1987 werd een aantal van de eerste exemplaren van deze soort door de Fransman Jean Claude Nourissat gevangen in Rio Salinos (Chiapas Mexico). De soort werd in 1991 door Allgayer beschreven in het genus Cichlasoma,, ondergeslacht Theraps. Zilverachtig of van zilver betekent de soortaanduiding argentea.
Herkomst
Vieja argenteaVieja argentea is afkomstig uit het zuidoosten van Mexico en het westen van Guatemala. In Mexico komen ze onder andere voor in de rivieren Rio Chancala, Rio Corso, Rio Salinos, Rio Tulija en de Rio Subin die naar Guatemala stroomt.
Biotoop
Deze cichlide leeft vooral in heldere, snelstromende rivieren. Maar er zijn uitzonderingen, want de Rio Tulija is niet bepaald helder. Veelal bestaat de rivierbedding uit verschillende maten rolkeien, kiezels en zand met aan de oevers planten en hout.
Gedrag en kenmerken
Vieja argentea is een vrij rustige soort, waarvan de man rond de 30 cm groot wordt en vaak een voorhoofdsbult krijgt. Het vrouwtje blijft meestal een paar centimeter kleiner. Mannelijke exemplaren worden meestal ook hoger dan de vrouwtjes. De vrouwtjes hebben een zwarte vlek in hun rugvin. Deze vlek ontbreekt bij het mannetje.
Aquariumverzorging
Het aquarium moet minimaal 200 x 60 x 50 (cm) zijn.
Het beste kan men beginnen met een zestal kleine of halfwasexemplaren, omdat deze opgroeiend uiteindelijk rustiger zullen zijn ten opzichte van elkaar. En wil men volwassen exemplaren aanschaffen (deze zijn al moeilijker te vinden), dan betaalt men behoorlijk veel! Ten tweede is het lastig om grote exemplaren bij elkaar te zetten, omdat ze meestal elkaar niet kunnen luchten.
Een goede stelregel voor Midden-Amerikaanse cichliden is: begin altijd met een zestal jonge exemplaren! Ze vormen net als de andere cichliden een territorium. Heeft men een groot aquarium, dan is het het mooiste om meer mannetjes te huisvesten.
Het beste kun je deze soort, het ligt eigenlijk voor de hand, samen houden met soorten, waar zij de ruimte mee deelt in de natuur, bv. Herichthys pearsei, Nandopsis salvini, Nandopsis octofasiatus en Petenia splendida.
Voedsel
Maagonderzoek heeft aangetoond dat deze soort zich voedt met plantaardig materiaal en garnalen. Mijn exemplaren krijgen spirulinavlokken, forellenkorrels, garnalen, cichlidenkorrels, doperwten, wortels en broccoli. Deze soort neemt behoorlijk wat plantaardige kost tot zich. Toch heb ik in het aquarium, waarin ik Vieja argentea houd, planten staan. Deze planten zijn puntgaaf, dus ze worden met rust gelaten, ook door de medebewoners Herichthys pearsei, wat raar is, want deze soort staat bekend als planteneter.
Voortplanting en kweek
Ik had zelf een 3-tal mannelijke en een 3-tal vrouwelijke exemplaren. Deze heb ik 3 jaar lang verzorgd en opgekweekt tot 30 cm, zonder dat ze ook maar een keer aanstalten hebben gemaakt om zich voort te planten. Toen ik op een dag de medebewoners Herichthys pearsei en Vieja bifasiatum uit het aquarium verwijderde, had ik de dag daarna tot mijn grote verbazing 3 koppels in hun broedkleur door het aquarium zwemmen. Iets waar ik drie jaar lang op heb moeten wachten, maar eerlijk is eerlijk: het was het wachten waard.
Na een maand lang te hebben gepoetst had ik een legsel van 1000 eieren. Wat waren de ouderdieren mooi en ook ontzettend agressief! Na een drietal dagen waren de eitjes uitgekomen. Na in totaal zes dagen bij een temperatuur van 28° C gingen de jonge visjes uitzwemmen. Na drie weken heb ik zo’n 100 jongen uitgezogen en apart opgefokt om ook andere liefhebbers te kunnen laten genieten van deze prachtige vissoort.
Nu zult u zich afvragen: waarom haalt hij de jonge vissen er pas na drie weken uit? Dit is, omdat de visjes als men het vlugger zou doen waarschijnlijk te weinig kennis bijgebracht krijgen van hun ouders.
Tot slot
Vieja argentea is een prachtige vis met rug- en aarsvinnen, die flink voorbij de staart groeien. Een wat grote vis misschien, maar zeker zo interessant als Vieja synspilus en Vieja maculicauda.
