Koraalriffen! Een fascinerende wereld onder water, die in verscheidenheid van organismen niet wordt overtroffen. Men spreekt ook wel hartstochtelijk van ‘het regenwoud in zee’. Voor een aquarist, die de veelvuldigheid aan levensvormen van een koraalrif beschouwt, vallen twee diergroepen in het bijzonder op: koralen en vissen.
Terwijl de duiker de aparte rifwereld ter plaatse bezoekt, heeft de zeeaquarist zich ten doel gesteld althans een deel van de verscheidenheid aan mariene levensvormen in huis te halen. Daarbij rust het oog niet meer op een enkele diergroep. Veeleer is men voortgeschreden tot het doel een natuurlijk milieu te verschaffen, waarin zowel vissen als ongewervelden een passende omgeving ter beschikking staat.
Waarom eigenlijk vissen in een rifaquarium? Dat is zeker een gerechtvaardigde vraag als de aquarist zich voornamelijk wijdt aan de verzorging van evertebrata. Nietemin denk ik dat het verzorgen van vissen in een rif- of koraalaquarium van groot belang is. Dit niet alleen vanuit het gezichtspunt, dat vissen ook in de natuur op het rif aanwezig zijn, want er bestaan andere en beduidend belangrijker argumenten.
Mijn opvatting over de noodzaak om bij ongewervelden vissen te verzorgen:
· Het leveren van voedselstoffen voor koralen of zoöxanthellen
· Bescherming tegen parasieten
· Versnelde groei door plukgedrag
· Vraat van afstervend weefsel
· Reinigingsarbeid komt de bloemdieren ten goede
· De groei van ruimteconcurenten als algen en bateriën wordt tegengegaan.
Dit korte lijstje moet voldoende argumentatie zijn, waarom vissen van belang zijn voor het ecosysteem in een rifaquarium.
Opdat de vissen hun diensten betrouwbaar en naar tevredenheid kunnen verlenen, moeten door de aquarist voorwaarden worden geschapen, zoals:
· Soortgericht aquariumhouden, dus niet te kleine aquaria
· Optimale verzorging met voedsel, vitaminen en mineralen
· Verantwoord aquariumgezelschap
· Herkenning en behandeling van ziekten
1. Soortgericht aquariumhouden
De overweldigende verscheidenheid in de vissenwereld is steeds weer verleidelijk en leidt dan tot de aanschaf van vissen, die echt niet in een aquarium horen. Voor alles is de te bereiken grootte een criterium, dat als maatstaf moet worden genomen. Dientengevolge spreekt het vanzelf, dat vissen moeten worden gekocht bij het beschikbare aquarium en niet uit persoonlijk esthetisch oogpunt. Mooi is het als beide samengaan. Het koraalrif biedt daartoe een hoeveelheid kleinblijvende vissoorten, waarvan de kleuren zeer aanspreken.
– Verzorging van de bodemgrond met Amblygobius of Valenciennea
– Gezondheidsbewaking van borstelwormen door allerlei lipvissen of door rifwachters van het geslacht Calloplesiops
– Beperking van platwormen door Synchiropus of lipvissen van het geslacht Halichoeres
– Beperking van draadalgen door grondels van het geslacht Amblygobius of doktersvissen van het geslacht Zebrasoma
– Beperking van algenbloei door Blenniidae als Salarias of Atrosalarias
– Reductie van smeeralgen door Ctenochaetus-soorten
Dit overzicht, dat geen aanspraak maakt op volledigheid, toont hoe belangrijk vissen kunnen zijn voor het biologisch evenwicht in een rifaquarium. Natuurlijk: de verzorging van vissen heeft ook een prijs. Het gaat dan vooral om de met het visvoer ingebrachte stoffen en om ontlasting van de vissen hetgeen van belang wordt, zodra grenswaarden worden overschreden. Fosfaat moet hier in de eerste plaats worden genoemd. Maar een zinvolle visbezetting met doordachte voedering draagt ertoe bij, dat de ingebrachte voedingsstoffen zelfs gevoelige steenkoralen ten goede komen. Het aquarium van Bernd Mohr bijvoorbeeld floreert met een nitraatgehalte van rond de 20 mg/l. Daarbij wordt het fosfaatgehalte op minder dan 0,1 mg/l gehandhaafd. Dat is een combinatie, die tot een prachtige koraalgroei leidt.
2. Optimale verzorging
Het mag echter duidelijk zijn: bij de verzorging van zeevissen is de techniek de maatstaf van alle dingen. Die bepaalt of een aquarium de ingebrachte voedselstoffen kan verwerken en verwijderen of dat een waterverslechtering optreedt. Helaas is het meestal zo, dat de veelal gepropageerde mening ‘vissen voeden zich met hetgeen er in het aquarium aanwezig is’ niet houdbaar is. Iedere vis moet afwisselend en voldoende worden gevoerd, onafhankelijk van een mogelijke verslechtering van de waterkwaliteit. Vooral doktersvissen hebben onder voedseltekort zichtbaar te lijden.
Wat zijn gebreksverschijnselen?
Het gaat hier om ziekten, die worden veroorzaakt door een kwalitatief of kwantitatief onvoldoende voedselvoorziening. Door ontoereikend voedsel, bv. uitsluitend met kwalitatief minderwaardig – goedkoop – droogvoer, kan het bij vissen tot gebrekverschijnselen komen. De aquarist moet tussen zichtbare en verborgen gebreken onderscheid kunnen maken. Terwijl de verborgen gebreken door de aquarist niet zijn te controleren (bv. een gestoorde darmflora) kan bij zichtbare gebreken duidelijk een diagnose worden gesteld.
Kenmerken van gebreksverschijnselen:
– Ondergewicht (uitgesproken spitse rug en ingevallen buik)
– Ingevallen buikpartij waardoor de ingewanden zichtbaar worden
– Het verlies van schubben langs het zijlijnorgaan of rond de ogen
– Het loslaten van het hoornvlies met voortgaande blindwording
– Vinrot
– Abnormaal zwemgedrag
– Niet genezende zweren
– Verbleken van de kleur, resp. verlies van kleurintensiteit
Oorzaken van gebreksverschijnselen en ziekte:
– Ektoparasieten van de slijmhuid
– Verkeerde watertemperatuur
– pH-waarde, dichtheid en het zuurstofgehalte
– Hoge nitraat- en fosfaatwaarden, ammoniak in het water aanwijsbaar
– Behandelingen met antibiotica
– Psychische belasting als gevolg van agressie door sommige soorten
– Overbevolking
De genoemde oorzaken leiden tot een drastisch verlies van vitaliteit en weerstand. Waardoor kunnen gebreksverschijnselen bij koraalvissen worden voorkomen? Respectievelijk door welk gebrek wordt welk verschijnsel veroorzaakt?
Gebreksverschijnselen resulteren uit een tekort. Dit kan zijn een tekort aan vitaminen, maar ook aan mineralen of aminozuren, die voor stofwisseling en ionenkringloop belangrijk zijn. Wezenlijk daarvoor is het te weten, dat alle genoemde substanties bijna uitsluitend door voedsel en – ook bij zeewatervissen – drinken worden opgenomen. Een vitaminegebrek kan de volgende oorzaken hebben:
– Veranderingen van de darmflora
– Orgaanziekten (bv. leverziekte)
– Eiwitgebrek
– Antivitaminose door antibiotica
Vitaminen
Vitaminen zijn levensnoodzakelijke, organische stoffen, die het lichaam niet of slechts in ontoereikende hoeveelheden zelf kan vervaardigen. De meeste vitaminen zijn producten van plantaardige synthese of worden door micro-organismen gemaakt. Vitaminen moeten het dierlijk of menselijk organisme in normale gevallen van buitenaf door voedsel worden toegediend. Gedeeltelijk zijn het voorstadia, waaruit het lichaam dan zelf de actieve vitaminen bouwt. Dergelijke eerste stadia worden provitaminen genoemd.
Men verdeelt de vitaminen in twee hoofdgroepen: de in vet oplosbare vitaminen A, D, E en K en de in water oplosbare vitaminen B-complex, C en H. De in vet oplosbare vitaminen vindt men in proteïnerijk voedsel. Bij een overdosering kunnen deze schade aan de gezondheid bij mens en dier met zich meebrengen. In water oplosbare vitaminen zijn merendeels in koolhydraatrijk voedsel aanwezig. Deze vitaminen worden bij overdosering eenvoudig met de urine uitgescheiden.
Het vitaminegehalte van de afzonderlijke voedselsoorten is bij consumptie sterk afhankelijk van hun productie en opslag. Het lichaam is in staat om sommige vitaminen enige tijd lang op te slaan, zodat schommelingen of het ontbreken daarvan kan worden gecompenseerd. Dat verklaart ook, waarom veel vissen langdurig volledig gezond lijken en vervolgens plotseling ziekteverschijnselen vertonen.
Vitaminen en hun functies:
Vitamine A Retinol
Groeifactor, beschermt en herstelt bovenste laag van het huidweefsel. Ziektebeeld bij deficiëntie: beschadiging van slijmhuid en ogen, blindheid.Voorkomend in: levertraan, melk en boter. *)
Provitamine: carotine, vooral in wortelen, vruchten en sommige groenten.
*) Plastic is geen leer, namaak is niet echt, margarine is geen boter. Uitkijken met kunstmatige toevoeging voor menselijke consumptie. LB
Regulerende functie in de koolhydraatstofwisseling. Ziektebeeld: Beriberi, storingen van het centrale zenuwstelsel en de hartspieren. Voorkomend in: zilvervliesrijst, bonen, melk, eieren, diverse groenten en vruchten.
Vitamine B2 Riboflavine
Groeifactor, speelt een rol bij ademhaling en waterstofoverdracht. Ziektebeeld bij deficiëntie: huid en slijmhuid worden aangetast.
Verwante B-vitaminen
Folinezuur: noodzakelijke factor in de bloedvorming. Ziektebeeld: bloedarmoede.
Panthoteenzuur: herstelt defecten in stofwisseling van huid en slijmvliezen.
Nicotinezuur: intensiveert de energiestofwisseling in de cellen. Ziektebeeld: Pellagra, ontstekingen van huid en zenuwen. Psychische storingen.
Vitamine B6
Reguleert de opbouw en de omzetting van het celeiwit.
Vitamine B12
Rijpingsfactor van de rode bloedlichaampjes. Ziektebeeld: veranderingen van de huid, geen eetlust, nervositeit.
Vitamine C Ascorbinezuur
Reductie van de celstofwiseling. Ziektebeeld: scheurbuik, ziekte van Moeller-Barlow. Komt vrijwel voor in alle verse vruchten en groenten.
Vitamine D Calciferole
Reguleert de calcium- en fosfaatstofwisseling. Ziektebeeld: rachitis, botontkalking. Komt voor in levertraan, boter, eieren en in sommige plantaardige oliën.
Vitamine E Tocopherole
Stimuleert haast alle levensfuncties. Een tekort aan vitamine E veroorzaakt in het algemeen sclerose aan de kleine bloedvaten, waardoor vele uiteenlopende ziekten kunnen ontstaan, o.a. degeneratieve veranderingen van bind- en spierweefsel.
Biotine: Vitamine H
Onontbeerlijke voor groei en levensfuncties. Bij afwezigheid in het voedsel kunnen algemene groeistoornissen ontstaan.
Vitamine K
Bloedstollingsfactoren. Ziektebeeld: bloedingen, bloedstollingsstoringen. Komt voor in groenten (bv. spinazie, dat door vissen graag wordt gegeten).
Vrijwel al de aangeboden voedselsoorten bevatten de hier genoemde vitaminen. Zo is het belangrijk de volgende voedselsoorten regelmatig en afwisselend eenmaal per dag in voldoende hoeveelheden te geven:
– Artemiën
– Witte en zwarte muggenlarven
– Gehakt mossel- en visvlees
– Inktvisvlees
– Krill
– Cyclops
– Vis- en zeekreeftogen
– Cichliden-mix
– Slasoorten
– Spinazie
– Paardebloem
Er moet wel op worden gelet, dat het doelmatig is landplanten, bijvoorbeeld sla, te blancheren, voordat de vis dit groenvoer effectief kan verteren. Hierdoor verliezen de cellen nl. hun stevigheid en kunnen door de maagsappen eenvoudiger worden verteerd. Wie vissen verzorgt, kan bijvoorbeeld het genoemde voedsel ontdooien (goed water, vanwege het uitspoelen van het fosfaat uit het voedsel niet vergeten), mengen en dan in geschikte porties verdelen en weer invriezen. Wie aan het voedsel voor het invriezen ook nog vitaminen toevoegt, heeft een prima voedsel, dat de vissen van een uitgewogen mix van vitaminen voorziet.
Mineralen:
Maar niet alleen vitaminen zijn voor de gezondheid van de aquariumvissen noodzakelijk. Ook mineralen, waarvan de belangrijkste onderstaand kort worden beschreven:
Calcium: van belangvoor bot en tand, functioneren van spieren en zenuwen, bloed doorstroming.
Fosfor: verbindt zich met calcium bij bot en tand ontwikkeling. Gebruik van jodium voor nierfunctie en zenuwen.
IJzer: aanmaak en bestanddeel van bloedlichaampjes, vrij maken van energie uit voedsel.
Jodium: belangrijk voor het functioneren van de schildklier.
Koper: aanmaken van rode bloedlichaampjes, druivensuikerstofwisseling, zenuwsysteem.
Magnesium: opbouw van eiwitten. Normaal functioneren van het zenuwstelsel en spieren.
Selenium: bindt samen met vitamine E vrije radicalen.
Zink: groei, eiwitopbouw, vertering en stofwisseling, instandhouden van eetlust en smaakbepaling, transport van vitamine A.