Waarop te letten: vissen/rifaquarium (II)
3. Verantwoord aquariumgezelschap
Vanuit de voedingsproblematiek zou ik direct willen aanknopen bij een ander thema, waarin de hoofdbegrippen agressie en gezelschap van koraalvissen onontkoombaar verstrengeld zijn.
Allereerst wil ik de vraag behandelen of het agressieve gedrag op het rif ook voor het aquarium geldt, respectievelijk waarom agressie in het aquarium een samen houden van verscheidene soorten niet altijd mogelijk maakt.
In de eerste plaats is het van groot belang het begrip ‘agressie’ of agressieve confrontatie uit een te zetten, zodat de lezer weet, wat ik daaronder versta. Agressief gedrag kan intraspecifiek optreden, dat wil zeggen tussen soortgenoten, maar ook tussen verschillende soorten (interspecifiek en dan vaak in het kader van gedragsverhouding jager – buit). Over het algemeen wordt agressie opgeroepen en geremd door bepaalde prikkels en bij sterke opwinding kan opgehoopte agressie die wordt geremd zich ook richten tegen voorwerpen. Men noemt dat plaatsvervangende activiteit. Van soort tot soort is agressief gedrag verschillend van aard, maar ook binnen de soort zijn intensiteitsveranderingen regel, zoals bijvoorbeeld in verband met voortplanting.
Agressie behoort tot het dagelijks leven en is een belangrijke voorwaarde voor het voortbestaan. Rifbewoners zijn niet altijd vredelievende dieren. Agressieve confrontaties behoren tot hun dagelijkse activiteiten, zoals jagen op prooi, soortgenoten aanbaltsen of zich voor vijanden verschuilen. Vaak zijn de verschijningsvormen van het agressieve gedrag onder rifdieren zo verschillend, dat men nauwelijks herkent, dat hier twee agressief gestemde rivalen tegenover elkaar staan.
Waardoor worden agressieve confrontaties bij koraalvissen teweeggebracht?
Agressiviteit vindt men o.a.bij de doktersvissen Acanthurus leucosternon (links) en Acanthurus lineatus (rechts). Waarom echter beide genoemde Acanthuriden in een rifaquarium zo heftig soortgenoten aanvallen is meestal een gevolg van gebrekkig voedsel.
Agressiviteit tussen concurrenten
De aanzet hiervoor is de aanspraak op gelijke levensomstandigheden. Hier geldt: de concurrenten verjagen. De aanzet tot de agressieve handelingen ligt daarbij niet onvoorwaardelijk in gelijke levensomstandigheden, doch veel meer daarin, dat deze zijn begrensd.
Agressiviteit om de schuilplaats
Ook hier ontstaat steeds weer ruzie om, want goede schuilplaatsen worden fel begeerd. Men kan wel zeggen: hoe kleiner de levensruinte, des te agressiever worden de soorten.
Agressiviteit afhankelijk van het jaargetijde
Territoria, die tegen concurrenten worden verdedigd, zijn gedurende het jaar aan grote schommelingen onderworpen. Ze breiden zich uit als milieu-invloeden slechter worden en krimpen weer als ze zich verbeteren.
Agressie in de rangorde
De rang- en plaatsbepaling wordt binnen de groep van dezelfde soort vastgelegd door agressive confrontaties. Zo worden bijvoorbeeld verscheidene mannetjes en vrouwtjes naar grootte in een rechtlijnige rangorde geplaatst. Allereerst reguleren de dieren door agressie vaste verhoudingen in de rangorde, zodat ieder precies zijn plaats kent binnen de hiërarchie. Ook de ruimtelijke verdeling in het gebied wordt bepaald. Dan pas zijn de juiste grenzen van het gebied definitief ingesteld. Het zwakste dier speelt daarbij de zondebok voor de hoger geplaatsten. Agressieve spanningen worden in het vervolg op het zwakste dier afgereageerd. Een belangrijke vaststelling is: slechts gezonde dieren kunnen een plaats in de rangorde handhaven. Dit betekent tegelijkertijd, dat slechts goed gevoede dieren hun plaats kunnen behouden en de aanvallen van de sterkere kunnen weerstaan.
Ik denk, dat in dit feit de oorzaak is gelegen, dat in menig rifaquarium veel nieuwe vissen zo snel worden gedood door vissen, die reeds langer in het aquarium zitten. Rangorden ontstaan meestal door plaatsgebonden dieren. Ze hebben vrijwillig hun bewegingsruimte begrensd en treffen elkaar automatisch vaker. Ze hebben de gelegenheid hun buren te leren kennen, zodat ze de leden van groepen met een bepaalde rangorde individueel kunnen onderscheiden.
Veel plaatsgebonden vissen, zoals planktoneters onder de koraalbaarzen, treden echter zo massaal op, dat de eenling onmogelijk al zijn buren kan onthouden en herkennen.
In dergelijke groepen bestaan derhalve geen rangorden. Elk individu blijft anoniem. In het aquarium is dat niet anders. Scholenvissen zoals bijvoorbeeld de soorten van het geslacht Pseudanthias staan zonder enige agressie tegenover andere vissoorten.
Tot hier diende agressie twee belangrijke functies: de remming of afwijzing van concurrenten in de strijd in het ecologisch bestaan, maar ook de opbouw van sociale structuren. Een derde belangrijk punt is de verdediging tegen vissen die als vijand gelden.
Agressie als middel ter verdediging tegen soortvreemde vijanden
Bij ruzie met de vijand wordt onder inzet van alle wapens op leven en dood gestreden.
Onderzoekers op het gebied van agressie zijn van mening dat deze vorm van agressief gedrag tussen de soorten van andere oorsprong is dan de agressie binnen een zelfde soort.
In het aquarium verdwijnt een dergelijk gedrag niet. Ook hier komt het onvermijdelijk tot confrontaties tussen soorten van de verzorgde vissen, die zich uitleven. Anders dan in de natuur is in het aquarium geen uitwijken mogelijk. Onvermijdelijk zal de situatie escaleren en dit kan leiden tot de dood van de zwakkere.
Rituele gevechten en agressie, die tot verwonding leidt
Op het rif wordt zo mogelijk niet lang gevochten. Lange gevechten betekenen meestal het verjagen van vijanden. Korte en hevige dreigementen beslissen snel wie de sterkste is, maar in het aquarium ontstaan tussen koraalvissen gemakkelijk intensieve en langdurige gevechten; gevechten die de dieren op het rif zich niet kunnen veroorloven. De begrensde ruimte van een aquarium en de daaruit voortvloeiende gebrekkige mogelijkheid om te vluchten, leidt ertoe dat soortgelijke of soortvreemde vissen in het aquarium elkaar kunnen doden. Wat is de oorzaak, dat de natuurlijke remming om te doden kan ontaarden in een werkelijke strijd op leven en dood? Opgestuwde agressie door de begrensde ruimte? Honger?
Zijn er mogelijkheden het agressieve gedrag te verminderen?
In sociale verbanden is het noodzakelijk, dat dieren niet bij elke ontmoeting met een hoger geplaatste moeten vluchten. De agressie van despoten moet van tevoren worden afgeremd. Daarvoor werden speciale agressie remmende en vredestichtende signalen ontwikkeld. Hierbij geldt bijvoorbeeld, dat kleine mannetjes tiranniserende haremhouders vrouwelijke afzetbewezingen voorspiegelen om zo de agressie te verminderen of af te leiden. Pseudo vrouwelijk gedrag maakt het mogelijk, dat jonge mannetjes, zonder te worden ontdekt, in de harem kunnen bestaan. Het is niet alleen het gedrag in schijnafzetten, dat moet dienen om de haremhouder zijn agressief gedrag ten opzichte van de minder geplaatste in rang te doen verminderen. Dit kan ook door middel van kleuren:
Jonge en jong volwassen vissen, zoals bij Pomacanthus en Holacanthus. Mannetjes en vrouwtjes van Labridae.
Het uiten van een bepaald gedragspatroon, zoals:
– schuin gaan liggen van de zwakkere
– het samentrekken van bepaalde vinnen.
In de ecologisache structuur op het rif neemt agressief gedrag een centrale plaats in. Wordt de levensruimte te begrensd of treden er onnatuurlijke, voor de dieren niet verantwoorde milieuomstandigheden op, dan toont de agressie zich van haar slechtste kant, zoals men dat kan waarnemen bij overbezetting of gebrekkige voedselvoorziening. Deze uiteenzettingen hebben de bedoeling gehad duidelijk te maken wat er in een aquarium teweeggebracht kan worden.
In een aquarium gelden andere wetmatigheden, die over leven en dood beslissen dan in de natuurlijke levensruimte. Agressie is slechts zelden een proces dat zich in laatste instantie in lichamelijk geweld ontlaadt. In de natuur is een spreiden van de vinnen, blinken met de oogvlek, een zijdelingse beweging en een korte, krakende toon genoeg om de strijd te staken.
In het aquarium, waar de mogelijkheden niet zijn gegeven om uit te wijken, kan het tot geweld leiden. Vele tot agressie voerende mechanismen kunnen in een aquarium niet worden gemanipuleerd. Het voedsel en het aanbieden van plaats zijn de enige mogelijkheden, waarmee de zeeaquaristen regulerend kunnen ingrijpen.
4. Herkenning en behandeling van ziekten.
De herkenning van ziekten in het rifaquarium verloopt niet anders dan in een ‘gewoon’ vissenaquarium.
Beschadigde vinnen en blessures op de huid zijn tekenen van een gevecht, dat heeft plaatsgevonden. Belangrijk is hier, dat er geen infecties volgen. Troebele ogen, witte punten op de huid, staarogen en snelle ademhaling zijn aanwijzingen voor een parasitaire infectie.
Aangezien medicamenten die succesvol tegen parasieten kunnen worden ingezet, door de meeste invertebrata niet worden verdragen, blijft slechts de mogelijkheid over om de vitaliteit van de zieke vissen te optimaliseren. Vitaminentoediening via het voedsel is even belangrijk als een goede verzorging en optimale waterkwaliteit. Verder moet er een UV-lamp worden ingezet met toereikende sterkte. UV-straling met als optimum 253 nm vernietigt bacteriën en maakt het arme water tegelijk arm aan ziektekiemen. Dit is bij de behandeling van ziekten belangrijk, aangezien dood meestal niet het gevolg is door de ectoparasieten, maar veeleer door de secundaire infectie veroorzaakt door bacteriën en schimmels. Die hebben vrij spel, wanneer eenmaal de slijmhuid door micro-organismen is beschadigd. Het netelgif van verschillende bloemdieren kan de doordringbaarheid van de slijmhuid verhogen, waardoor ook schimmel en bacteriële infecties kunnen ontstaan.
Ter ondersteuning kan medicinaal vlokkenvoer worden ingezet. Ook wordt ozon in samenhang met ziektebestrijding steeds weer aanbevolen.