De waterranonkel is een van de planten die we in Nederland tegenkomen, maar niet alleen hier.
Veel mensen hebben tijdens hun vakantie in Frankrijk velden met deze planten gezien. Het valt daar dan op dat de waterranonkel zich daar heel lekker voelt in zeer snelstromend water, terwijl de soorten, die wij hier in Nederland tegenkomen, zich lekker voelen in zwakstromend water. Van dit geslacht is er een groot aantal soorten, dat op het land voorkomt en in het water. Ze horen allemaal tot de boterbloemen (Ranunculus), die we allemaal kennen van de botergele bloemen. Van de soorten die in het water leven zijn de bloemen meestal wit met een geel hart. De bekendste soort, die we bijvoorbeeld in Frankrijk veel tegenkomen, is Ranunculus fluitans [ranunculus = verkleinwoord van rana (Latijn) = kikker; fluitans (Latijn) = stromend]. Deze soort is niet geschikt voor onze vijver, ook niet voor een vijver waar stroming in zit, zoals een waterval, die door een soort beek loopt.
R. fluitans kan meer dan zes meter lang worden. De soort, die voor onze vijver het beste geschikt is, luistert naar de naam R. aquatilis [aquatilis (Latijn) = waterbewoner], die volop kan bloeien en veel prachtige, witte bloemen geeft met een geel hart. Heel mooi is het grote verschil tussen de onderwater vorm van de bladeren bij deze plant te zien, die geveerd zijn, en de bovenwatervorm van de bladeren. Bij de bovenwaterbladeren zien we duidelijk, dat ze familie is van de boterbloem. Trouwens R. lingua [lingua (Latijn) = tong] met zijn gele bloemen zien we nogal eens beschreven in de diverse boeken over planten in de vijver. Hoe mooi de gele bloemen van deze grote boterbloem ook kunnen zijn: het is een enorme woekeraar, zeker in een moerasgedeelte, die ik niet zal aanraden als plant voor normale vijvers.